[INGEZONDEN] – Het valt mij zwaar om steeds weer te horen en te zien hoe het KPS in een jarenlange poging zich op een voor de gemeenschap acceptabel niveau tracht te herstellen.
Het KPS, als constitutionele organisatie welke aangesteld is om de gemeenschap door kwalitatieve politiezorg te dienen, verzeilt steeds in onstuimige stormen en lijkt het einde zoek.
De maatschappij verlangt terecht van deze organisatie hoge beroepsethische normen en bij elk incident waar de politie aan de orde komt, is er enorme aandacht.
Zowel van de reguliere als van de sociale media wordt er naar het optreden gekeken en ongezouten kritiek blijft dan niet uit.
Ondanks alle interne maatregelen die het korps zich getrootst lijkt het alsof het KPS blijft glijden in een neerwaartse spiraal. Menigeen vraagt zich in gemoede af waar, hoe en wanneer is het fout gegaan binnen deze organisatie.
Een gedegen onderzoek van maatschappij- en gedragswetenschappers zal zeker een scala van oorzaken vinden die ertoe hebben geleid, dat het stelselmatig bergafwaarts is gegaan met de organisatie.
Complimenten naar het korps bij de moeizame vorderingen die er geboekt worden, komen sporadisch tot uitdrukking, integenstelling tot de velle kritiek bij alle misstanden die zich etaleren en in krantenkoppen verschijnen.
De media heeft één en al oor als het gaat om politie mensen die een scheve schaats hebben gereden, maar jammer genoeg is het vast te stellen dat positieve ontwikkelingen binnen het korps minder aandacht verkrijgen.
Het is logisch en zelf noodzakelijk dat aan onze politie-organisatie hoge normen gesteld worden en dat wij met zijn allen erover waken dat de organisatie zich steeds in de positieve richting blijft ontwikkelen.
Echter moeten wij met zijn allen beseffen dat het korps in constellatie geen op zichzelf staande organisatie is. Het KPS is evenals alle organisaties onderhevig aan allerlei maatschappelijke invloeden.
Politie mensen hebben evenals alle andere doelgroepen hun noden en grieven. De organisatie bestaat niet uit super robots die afgesteld kunnen worden. Veel politiefunctionarissen doen hun werk met alle toewijding en liefde, waarbij zij elke dag weer ten behoeve van de samenleving hun leven op het spel zetten.
Demotiverend en teleurgesteld is het voor deze ambtenaren als er weer een incident van wangedrag van een collega aan het licht komt. Te meer met de ervaring dat onterecht een ieder over één kam geschoren wordt en men steeds blijft generaliseren, waardoor de hele organisatie wordt gestigmatiseerd en gecriminaliseerd.
Als gewapende macht heeft het KPS de laatste jaren opmerkelijk veel gevallen van su?cide en poging hiertoe gekend. Buitensporing geweld en escalatie in de relationele sfeer komen vaak voor. Evenals bij overige instituten is het fenomeen van “negatieve” verslavingsvormen niet onbekend.
Normafwijkend gedrag binnen het korps behoeft een professionele aanpak.
Binnen dit vakgebied is het risico op psychische trauma’s groot.
Deviant gedrag bij politie mensen zal zo snel als mogelijk gedetecteerd moeten worden, waarbij er vanuit de organisatie tijdig interne maatregelen getroffen moeten worden, alsgevolg waarvan zowel de betrokkene, het KPS als de maatschappij beschermd wordt van drama’s. Getraumatiseerde politie functionarissen moeten zo spoedig als mogelijk, hetzij tijdelijk, uit de executieve dienst gehaald worden.
De organisatie heeft de verantwoordelijkheid deze ambtenaren die mogelijk ook door of vanwege de dienst instabiel zijn geraakt, te beschermen.
Wij zijn gauw geneigd na het feit slechts te kijken naar de feiten en niet naar de omstandigheden.
Politiefunctionarissen met een jarenlange staat van dienst worden hierdoor uiteindelijk genadeloos naar de galg gebracht.
De twee (2) meest recente gevallen zijn die van de politieman die voor het station Latour met zijn dienstwapen bij een zelfmoordpoging zich in het gelaat schoot en de politieofficier die onder invloed van alcoholhoudende drank, na betrokken te zijn bij een aanrijding, doorreed.
In beide gevallen zal het KPS de handen in eigen boezem moeten steken en nagaan als er intern wel voldoende maatregelen waren getroffen om deze taferelen te voorkomen. Het enige dat wij zien is de repressieve voortvarendheid van de Justitie om in een snel proces de inspecteur te vervolgen en hem als slecht voorbeeld te stellen.
In eindig met het adagium….. “wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht”.
Omar.T.