DE VICEPRESIDENT RONNIE Brunswijk heeft recent in zijn functie als waarnemend president geweigerd journalisten te woord te staan. Hij zei na te zullen denken wanneer hij weer met de pers zal praten. Niet lang daarna verscheen op de facebookpagina van het Directoraat Volkscommunicatie dat de waarnemend president het volk breed wil informeren en gebruik maakt van beschikbare kanalen om de gemeenschap toch van informatie te voorzien.
Het is meer dan duidelijk dat de boycot die door journalisten was ingesteld -en na twee maanden is opgeheven- tegen de vicepresident hem dwarszit en dat hij kennelijk probeert op deze manier zijn gram te halen. Het is jammer dat de staatsman voor deze werkwijze kiest. Informatie geven is de plicht van de regering, echter zich laten bevragen door journalisten geeft aan hoe goed een regeringsleider tegen kritiek kan en ook hoe transparant functionarissen zijn.
De vicepresident heeft toegelaten dat zijn lijfwachten een journalist die zijn werk deed op internationaal aanvaardbare en erkende wijze, aftuigden. Hij heeft daarna in De Nationale Assemblee, dus het huis van het volk, gelogen voor de journalist. Er zijn immers beelden die dat bewijzen. Daarom was de boycot ingesteld. Het is jammer dat de vicepresident steeds laat zien dat hij niet voor rede vatbaar is en dat zijn ego het wint van de redelijkheid en billijkheid die van een staatsman verwacht mogen worden.
De vicepresident communiceert volgens hem afdoende via sociale mediakanalen en staatsmedia. Dat is vaak eenrichtingsverkeer. Een monoloog om de eigen zaak te bepleiten zonder dat kritische vragen gesteld en kanttekeningen geplaatst worden. Dat is waar de vicepresident niet tegen kan. Brunswijk is niet gediend van kritiek en heeft er overduidelijk moeite mee dat er moeilijke vragen gesteld worden. Die kunnen handig omzeild worden op sociale media en via staatsmedia. Hij toont zich daarmee geen vriend van de democratie.
Wat echter nog zorgwekkender is, is dat volgelingen en zelfs volksvertegenwoordigers zijn gedrag goedpraten en hem zelfs daarin aanmoedigen en ondersteunen. Die mensen weten vaak dondersgoed dat wat de vicepresident doet en de president toelaat de internationale toets van democratie en goed bestuur niet doorstaan. Doch, in eng eigen belang blijven ze een leider volgen en ontzeggen ze zichzelf en de burger het recht op neutrale informatie.
Brunswijk moet beseffen dat het feit dat hij en grote delen van zijn familie nu een baan hebben, komt omdat wij als volk belasting betalen. Daarmee komt de verplichting mee om te bewerkstelligen dat het volk informatie krijgt die niet voorzien is van een dikke laag partijpropaganda.
Waar de regering ook rekening mee moet houden is dat Suriname internationaal overal om ondersteuning vraagt. Er zijn maar weinig organisaties die een land zullen ondersteunen waar de persvrijheid niet hooggehouden wordt. Of denkt de vicepresident dat IMF en de Wereldbank via zijn sociale media kanalen geïnformeerd willen worden over het wel en wee in Suriname?