Voetballer Quincy Promes (30), die wordt vervolgd voor poging tot doodslag op zijn neef, wilde deze neef doodsteken. Hij zou dat via de telefoon hebben gezegd en dus hebben toegegeven, niet wetende dat zijn gesprekken werden afgeluisterd door de politie.
Dat blijkt uit het strafdossier dat is ingezien door Nieuwsuur. Het Openbaar Ministerie verdenkt Promes ervan dat hij op 25 juli 2020 na afloop van een familiefeestje in Abcoude zijn neef in zijn knie heeft gestoken. Hij wordt verdacht van ‘poging doodslag’ en zware mishandeling.
Tot nu toe heeft Promes altijd ontkend. Maar in de transcriptie van de tapgesprekken is te lezen dat Promes zijn neef dood wilde steken. De telefoongesprekken vonden plaats in de nacht kort na de steekpartij.
Promes zei daarbij ook “Er zijn bepaalde mensen in de familie voor wie ik doodmaak. Punt uit. Jullie hebben geluk dat ik niet meer met een vuurwapen loop want anders was die tori nog lelijker gelopen“.
Dat Promes werd afgeluisterd zou ermee te maken kunnen hebben dat hij op een of andere manier betrokken zou zijn in een onderzoek naar georganiseerde criminaliteit. “Hoe en wat zijn precieze rol is, dat weten we nog niet”, zegt een hoogleraar straf- en strafprocesrecht tegen Nieuwsuur.