Guyana biedt Caribisch Gebied nieuwe oplossingen pluimvee-import

Een gedetailleerde analyse van de landbouwsector en de invoer van verschillende landen binnen de Caribische Gemeenschap (Caricom) heeft aangetoond dat bijna al het pluimveevlees dat in 2020 in de regio werd geconsumeerd, voor miljoenen werd geïmporteerd. De president van Guyana,  Irfaan Ali, die deze analyse dinsdag aan andere Caricom-leiders presenteerde, heeft oplossingen geboden om de import te verminderen door meer pluimvee en voer in de regio te produceren.


Slechts 1,2 procent van het gevraagde pluimvee werd geïmporteerd uit de regio. En in datzelfde jaar produceerden slechts zes Caricom-landen - Barbados, Belize, Guyana, Jamaica, Suriname en Trinidad en Tobago - 83 procent van het pluimvee in de regio.

Om te illustreren hoe omvangrijk de import van pluimvee in de regio is, heeft het Guyanese staatshoofd cijfers verstrekt waaruit blijkt dat pluimveevlees het product is met het op zes na grootste importvolume in de regio. De andere producten die in veel grotere hoeveelheden worden geïmporteerd, zijn rijst, tarwe, maïs, suiker en eetbare groenten en wortels.

Bovendien is de import van pluimveevlees het op twee na duurste importproduct van de regio, met een waarde van US$ 746,8 miljoen. Alleen zuivelproducten en rijst kosten de regio meer, waarbij de invoer van zuivel US$ 1,02 miljard kostte en rijst, een kostprijs had van US$ 980,5 miljoen.

Belangrijk is dat pluimveebedrijven in de zes genoemde Caricom-lidstaten voldeden aan de sanitaire vereisten om in 2018 de Caricom-markt te betreden. En als zodanig lijkt er meer ruimte te zijn om de productie op te schalen. Deze speelruimte bestaat in de specifieke manieren waarop landen de invoer kunnen verminderen door aan hun individuele eisen te voldoen.

Zo gaf Guyana in 2020 ongeveer 4,7 miljoen dollar uit aan het importeren van pluimveeproducten, met een opmerkelijke vraag naar worsten. De president merkte echter op dat investeringen in capaciteit met toegevoegde waarde voor de productie van ingeblikte en andere worsten het land in staat zouden kunnen stellen de invoer van verwerkte producten te vervangen.

In Trinidad en Tobago, waar veel vraag is naar bepaalde stukken vlees, zei president Ali dat er mogelijkheden moeten worden overwogen voor investeringen in mechanische ontbeenfaciliteiten en de productie van beenkwartieren om aan de importvraag te voldoen.

In Suriname zou een investering in een gecertificeerde verwerkingsfabriek ervoor kunnen zorgen dat dat land de invoer van pluimvee verdringt en mogelijk miljoenen inkomsten genereert uit het gebruik en de export van pluimveeproducten.

Evenzo werden in andere landen de belangrijkste eisen vastgesteld en werden brede strategieën geschetst om de invoer te vervangen door lokaal of regionaal geproduceerde pluimveeproducten.

Ali's analyse van de landbouwsectoren in het Caribisch gebied is gemaakt op basis van informatie die is ingediend door 10 landen - Antigua en Barbuda, Barbados, de Bahama's, Guyana, Grenada, St. Lucia, St. Vincent en de Grenadines, Montserrat, Suriname en Trinidad en Tobago. En het maakt deel uit van zijn streven om de enorme importrekening van de regio - vastgepend op meer dan 4 miljard dollar per jaar - tegen 2025 met 25 procent te verlagen.

President Ali is het leidende regeringshoofd voor de landbouw in de Caricom quasi-kabinet en hij presenteerde deze oplossingen op de drieëndertigste tussentijdse vergadering van regeringsleiders van Caricom in Belize.