'Regering moet doen wat is beloofd'

PARAMARIBO - De regering moet doen wat aan de samenleving is beloofd. Na meer dan een jaar aan de macht is er van de talrijke beloften nauwelijks iets waargemaakt. De president is tijdens de jaarrede afgelopen vrijdag opnieuw blijven steken bij het uitspreken van wenselijkheden en voornemens, zonder dat een duidelijke richting aan de samenleving is voorgehouden.

Dat stellen de voorzitters van de politieke partijen PRO en DOE, respectievelijk Gerold Sewcharan en Steven Alfaisie, afzonderlijk tegenover de Ware Tijd. Herwinnen van het volgens hem zwaar geschonden vertrouwen ziet Alfaisie als de grootste uitdaging voor president Chandrikapersad Santokhi voor de rest van zijn ambtstermijn. "De PRO is bezorgd over de jaarrede van president Santhoki die de gewone Surinamer geen richting geeft, op een moment wanneer wij moeten weten waarvoor en hoe lang wij zullen moeten opofferen," zegt Sewcharan.

Hij voert aan dat het staatshoofd vasthoudt aan de geschiedenis van de afgelopen tien jaar. Minstens drie van die jaren zijn te wijten aan het feit dat de partij van de president een remmende factor is geweest bij het activisme van 2017, toen aftreden van de vorige regering geëist werd, aldus de PRO-voorzitter. Wanneer er in de jaarrede gesproken wordt over "rechttrekken", begrijpt de PRO niet waarom terugvordering van de vier miljard Amerikaanse dollars, waar de regering naar verwijst als te zijn verdwenen, niet het onderwerp is van concreet beleid.

Sewcharan: "Aan de terugvordering is concreet, niet een beleidsinitiatief of niet een begrotingsonderdeel gewijd. De conclusie is dan ook dat de regering corruptie van de vorige regering gebruikt als propaganda, als excuus, maar niet als kernpunt van een justitiebeleid of als uiteindelijke bron van inkomsten, althans, terughalen van hetgeen waar de Surinaamse samenleving recht op heeft." Met het nepotisme dat president Santokhi in zijn benoemingenbeleid heeft geëtaleerd heeft het staatshoofd zichzelf in de voet geschoten, meent Alfaisie.

"Vooral het nepotistische beleid van heeft het vertrouwen in de regering ondergraven," zegt de DOE-voorzitter. Hij voert verder aan dat tijdens de vorige jaarreden Santokhi onder andere had aangegeven dat corruptie zou worden aangepakt, de goudsector zou worden geordend en het gebruik van kwik zou worden uitgebannen, de productie zou gediversifieerd worden en zou er een goed vangnet opgezet worden voor sociaal zwakkeren. Hiervan is bitter weinig terecht gekomen.

Ook de ordening van de belastingen die zou moeten resulteren in een verminderde druk voor loontrekkers is nog net ter hand genomen. Evenals Sewcharan hekelt Alfaisie dat zaken die in de Anti-corruptiewet zijn vastgelegd nog steeds niet zijn uitgevoerd door de regering. "Waarom hebben de politici en functionarissen die genoemd zijn in de Anti-corruptiewet nog niet bij de notaris geweest om hun vermogen vast te leggen? Waarom is er geen politieke druk gekomen dat deze mensen hun vermogen vastleggen?" werpt hij op.

Sewcharan stelt dat wanneer de president zaken als good corporate governance aanhaalt, zijn partij daar geen geloofwaardigheid aan kan toekennen zolang bloedverwanten van de president en de vicepresident zitting blijven nemen in toezichthoudende organen en in directies van parastatale instellingen. Ten aanzien van het vaak herhaald herstelplan, als de redding van de economie, verwijst PRO naar de prominente plaats die buitenlandse investeringen in dit plan innemen en het feit dat de regering op grofweg 20 procent van haar regeerperiode, nul procent van het ingepland buitenlands privékapitaal heeft weten binnen te brengen.

Terecht is, volgens de PRO-voorman, inflatie tot een centraal vraagstuk gemaakt van de jaarrede. "Wanneer echter in het financieel jaarplan letterlijk wordt aangegeven dat over koopkracht, consumptie en inkomens voor kwetsbare groepen geen statistieken voorhanden zijn, vreest de PRO dat de beloften over inflatie niet waargemaakt zullen worden. Zonder cijfers voorhanden bestaat er geen werkelijk beeld. Zonder een werkelijk beeld is er geen zicht op verbetering. Zonder zicht op verbetering is de belofte daarvan leeg en betekenisloos."

DOE-voorzitter Alfaisie hekelt dat opnieuw een jaarrede door een president is uitgesproken zonder dat er een heldere verantwoording van het afgelopen jaar, van de realisatie van de planning over 2021 is gegeven. Ook heeft het weer ontbroken aan een duidelijk stappenplan met tijdgebonden realistische, meetbare doelen en acties en geprojecteerde mijlpalen. Belangrijk in deze, zijn volgens Alfaisie, de condities en voorwaarden waaronder deze bereikt dienen te worden.

Het meest belangrijke is dat het geheel gebaseerd dient te zijn op de actuele en een reële situatie en een door de samenleving gedragen ontwikkelingsvisie en richting. "Mooie woorden en plannen over wat men gaat doen en deze presenteren is fantastisch, maar die raken mijn hartje niet meer. Mijn gegeven vertrouwen is intussen geschaad. Doen nu, dat is voor mij het meest waardevolle, en precies daarin ben ik en de rest van de samenleving geïnteresseerd en kan het vertrouwen weer teruggewonnen worden."