Opleidingsniveau moeder essentieel voor ontwikkeling kind

Shoeket logo

Bron: De Ware Tijd

2 Augustus 2021 10:03

Voor mij lezen

PARAMARIBO - Het opleidingsniveau van een moeder is een belangrijke factor bij de vroege ontwikkeling van het kind. Er is een duidelijk effect merkbaar bij moeders met een secundair (mulo/middelbaar) en tertiair (hoger) opleidingsniveau ten opzichte van moeders die een primair (basisonderwijs) of lager opleidingsniveau hebben genoten. Dit geldt dus ook voor de moeders en kinderen in de verschillende regio's bijvoorbeeld in plattelands en stedelijke gebieden." Zo concludeert Fallon Lambert in haar afstudeeropdracht 'Een onderzoek naar het effect van het opleidingsniveau van de moeder op de vroege ontwikkeling van haar kind of kinderen van drie en vier jaar'.

"Gelet op het feit dat moeders met een tertiaire opleiding voornamelijk in een bepaalde regio wonen en ook in de hogere welvaartsindex voorkomen, kunnen geografische ligging en welvaart het effect van de tertiaire opleiding van de moeder beïnvloeden", zegt Lambert. Zij studeerde dinsdag af aan het Institute for Graduate Studies en Research en verkreeg de titel Master of Science.

Uit onderzoek in 2018 uitgevoerd door het ministere van Sociale Zaken en Volkshuisvesting, in samenwerking met het Algemeen Bureau voor de Statistiek, is een bijdrage geleverd aan de methodiek voor het berekenen van de ontwikkelingsindex voor jonge kinderen (ECDI). Dit laatste wordt gehanteerd door het Kinderfonds van de Verenigde Naties, Unicef, om ontwikkeling van kinderen van drie en vier jaar te meten.

Van de tien vragen van het Unicef-concept heeft Lambert negen kunnen gebruiken om een variabele (waarde) voor de ontwikkeling van het kind vast te stellen. "Op basis daarvan heb ik een aantal variabelen, inclusief de opleiding van de moeder, getoetst om na te gaan wat het effect is op de ontwikkeling van het kind tussen drie en vier jaar. Daarnaast kan worden opgemerkt dat de verwachte waarde van een primaire en lagere opleiding van de moeder in combinatie met de welvaartsindex eerder een lagere bijdrage levert aan de ontwikkeling van het kind ten opzichte van een tertiaire opleiding in combinatie met dezelfde index", merkt Lambert op.

Waar de landen binnen de regio gemiddeld 80 procent op de ECDI scoren, kwam Suriname in 2010 op 71 procent en in 2018 op 77 procent. "Met de ECDI zijn er vier domeinen vastgesteld: fysiek, leren, sociaal-emotioneel en alfabetisering/rekenen. Voor dit laatste domein hebben we in 2018 slechts 44 procent gescoord. Dit lage percentage zou aanleiding voor Suriname kunnen zijn om hiervoor beleid te formuleren, opdat kinderen van de doelgroep zich optimaal kunnen ontwikkelen."

Uit het onderzoek is ook gebleken dat het aantal kinderboeken en bezoek aan vroege kinderontwikkelingsprogramma's een wezenlijk effect kunnen hebben. "De toegankelijkheid van deze aspecten moet worden vergroot onder de doelgroep, met als specifiek voorstel dat de boeken een Surinaams tintje hebben zodat ze dichter bij de ontwikkeling van de kinderen aansluiten." Ook stelt Lambert voor dat de Wet tot regeling van lager onderwijs' (september 1960) aangepast of verruimd wordt. "Ouders of verzorgers zijn verplicht om hun kinderen van zeven tot en met twaalf jaar verplicht onderwijs te laten volgen. Dit zou verruimd kunnen worden naar een ondergrens van vier jaar. Ook moeten nieuwe onderwijshervormingen meegenomen worden in de nieuwe wet", aldus de master of science.

Bekijkt origineel bericht ⇒

Meer actueel