Monique Veira eerste vrouwelijke hoogleraar juridische faculteit

Shoeket logo

Bron: De Ware Tijd

25 Juli 2021 16:08

Voor mij lezen

PARAMARIBO - Een Burgerlijk Wetboek met daarin (aangepaste) familie- en erfrechtelijke wetten is meer dan nodig om partnerrelaties en het wettelijke erfrecht in Suriname beter op elkaar af te stemmen. Momenteel worden in Suriname handboeken uit Nederland uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw gebruikt. Dat was één van de zaken die Monique Veira naar voren bracht tijdens haar oratie ter aanvaarding van haar hoogleraarschap aan de Anton de Kom Universiteit (Adek).

Professor meester doctor Veira is de eerste vrouwelijke hoogleraar aan de Faculteit der Juridische Wetenschappen en de tweede vrouwelijke hoogleraar in de geschiedenis van Adek. De eerste is professor doctor Malti Adhin, die op 29 juli 2019 het ambt van hoogleraar in de Biochemie aan de Faculteit der Medische Wetenschappen aanvaardde.

Veira: "Ik ben in 2008 tot lector benoemd en het leek mij een logische stap om ook te solliciteren naar de positie van Lector Magnus." Met haar uitgebreide carrière heeft zij genoeg bewezen waarom zij deze positie verdient, stelt het universiteitsbestuur. "Zij heeft ruime ervaring opgebouwd sinds haar toetreden tot het wetenschappelijk korps van de universiteit in 1999 en wordt gerekend tot één van de meest productieve schrijvers van gepubliceerde wetenschappelijke artikelen", klinkt de onderbouwing van bestuursvoorzitter Shanti Venetiaan.

 

In haar oratie heeft Veira 150 jaar partnerrelaties en het wettelijk erfrecht in Suriname belicht. Ze heeft daarbij veel ontwikkelingen aangekaart die het wettelijk erfrecht hebben gemaakt tot wat het nu is. Het uitgangspunt was dat getrouwde mensen geen buitenechtelijke kinderen mochten verwekken en als dat toch gebeurde moesten die kinderen worden gestraft 'voor de zonden' van hun ouders. Zaken die in deze tijd niet meer gelden.

Met het veranderen van de normen en waarden binnen de Nederlandse samenleving zijn door de jaren heen de wetten ook deels aangepast. Alleen heeft volgens Veira de toenmalige wetgever geen rekening gehouden met de gemengde samenleving van Suriname. "De Nederlandse samenleving was een totaal andere dan de Surinaamse. Ze bestond overwegend uit blanken in wiens cultuur het lag dat zij trouwden op grond van de regels van het Burgerlijk Wetboek. Deze regels werden toen al overgeplant in Suriname in de verwachting dat de bevolking zich zou aanpassen", vertelt Veira.

 

Maar de bevolkingsgroepen pasten hun huwelijksgebruiken niet aan, waardoor zij in een erfrechtelijke nadelige positie terecht kwamen. De wetgever is zich in 1940 gaan aanpassen aan de behoeften van een deel van de gemengde samenleving: de mohammedanen en Hindoes. Zij zijn daardoor in een voordelige erfrechtelijke positie terechtgekomen.

De christelijke grondslag is nog niet helemaal uit het Burgerlijk Wetboek gehaald. Daarom is in 2005 in Suriname begonnen met een nieuw concept van het Surinaams burgerlijk recht, waar ook het erfrecht in is opgenomen. Het nieuwe concept is zoals het Burgerlijk Wetboek van 1869 dat was, weer een vrijwel gelijkluidende kopie van het in Nederland geldende.

Ondanks de vele ontwikkelingen in de afgelopen 150 jaar zoals de scheiding van Kerk en Staat, zijn er ook in het nieuwe concept-Burgerlijk Wetboek nog bepalingen die de christelijke gedachte als grondslag hebben. Eén daarvan is dat echtscheiding niet door onderlinge toestemming kan plaatsvinden. Ook is er een discussie geweest of men al dan niet geregistreerde partnerschappen voor partners van hetzelfde geslacht moet invoeren, zoals dat in het Nederlands Burgerlijk wetboek is opgenomen.

Veira: "Momenteel is er een situatie waar de rechter in sommige gevallen geen recht kan spreken op grond van de verouderde geldende wet, omdat dat in strijd zou zijn met internationale verdragen. Soms wordt door die verouderde wetgeving het recht teveel gebaseerd op de inzichten van de rechter. Hierdoor kan de scheiding tussen de drie machten - wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht - in het gedrang komen."

De Lector Magnus is er voorstander van om een groot deel van het Nederlands Burgerlijk Wetboek over te nemen. De hoogleraar hoopt wel dat het nieuwe erfrecht in Suriname sneller wordt doorgevoerd dan de 45 jaar die het in Nederland geduurd heeft.

Bekijkt origineel bericht ⇒

Meer actueel