Krasse verleden blijft Paul Somohardjo achtervolgen

Shoeket logo

Bron: De Ware Tijd

25 Juli 2021 14:11

Voor mij lezen

PARAMARIBO - Paul Somohardjo, voorzitter van Pertjajah Luhur en tevens staatsaviseur van de regering, heeft onlangs bot gevangen bij de kortgedingrechter Sylvana Bradley. Die vond dat Alisa Darson-Grant van de Algemene Bond van Personeel Ministerie van Binnenlandse Zaken (ABP-Biza) haar uitspraken dat Somohardjo zich min of meer seksistisch heeft uitgelaten tegen vrouwelijke medewerkers op de werkvloer, niet publiekelijk hoeft terug te nemen. Somohardjo gaat in beroep terwijl hij weet dat zijn dubieuze verleden absoluut niet in zijn voordeel werkt.

Slamet Paul Somohardjo is gedurende zijn lange carrière vaker in opspraak gekomen. Meer dan andere politici. Je moet dus ook kunnen verwachten dat alle zaken je tot het einde der dagen blijven achtervolgen. Op 30 september 2020 las Alisa Darson-Grant namens de bond een petitie voor aan vicepresident Ronnie Brunswijk. Daarbij zei ze onder meer: "Vrouwelijke leden van de bond hebben meerdere malen hun klachten gedeponeerd over seksistische opmerkingen die worden gemaakt op de werkvloer door de vader van de minister, de heer Slamet Paul Somohardjo, die zonder enige hoedanigheid postvat op het ministerie terwijl er een gebrek is aan ruimtes".

Somohardjo vond deze passage "beledigend, krenkend, onjuist en niet waar". Hij ontkent dat hij seksistische opmerkingen tegen vrouwelijke medewerkers op de werkvloer maakt of heeft gemaakt. Tal van vrouwen zeggen echter het tegendeel en Somohardjo kennende klinkt dat plausibel. Als hij nou een braaf koorknaapje was dat nooit in aanraking met jusitie is geweest, zou het wat anders zijn. Maar Somohardjo is dat niet. Integendeel. Hij is een charmeur die in ruil voor veel lekkers en beloften al decennia lang vrouwen weet te verleiden.

 

Er is waarschijnlijk geen politicus in Suriname die zo vaak in opspraak is gekomen als Somohardjo. In Nederland, waar hij jarenlang heeft gewoond, is hij vooral bekend als de man die halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw tijdens een live uitzending van de talkshow van Karel van de Graaf op de vuist ging met een politieke tegenstander, lid van de aanhang van toenmalig dictator Desi Bouterse. Daarnaast werd hij in 1995, toen hij al lang en breed terug was in Suriname, in Nederland failliet verklaard omdat hij tegenover ruim twintig schuldeisers niet aan zijn verplichtingen kon voldoen.

Ook in eigen land heeft hij de reputatie het niet zo nauw te nemen als het om financiële zaken gaat. Jaren geleden organiseerde hij een loterij waarvan de trekking nooit plaatsvond. Veel mensen die een lot hadden gekocht, konden naar hun geld fluiten. In eigen land heeft hij in ieder geval een spoor van boze schuldeisers achtergelaten.

In 2000 werd Somohardjo minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting in de tweede regering onder president Ronald Venetiaan. In de drie jaar dat hij het op het departement voor het zeggen had, heeft hij er volgens vriend en vijand weinig van gebakken. Hij zorgde meer voor opschudding dan voor huizen. De meeste projecten die hij aankondigde, zijn nooit van de grond gekomen. Maar nog meer bijgebleven, is het aantal keren dat hij in verband werd gebracht met frauduleuze en andere onfrisse zaken. Al heeft hij dat zelf uiteraard altijd tegengesproken. "Ik ben niet in de politiek gegaan om te verdienen, maar om te dienen", zo zei hij tijdens een vergadering in De Nationale Assemblee nadat hij weer eens in opspraak was gekomen. Maar het enige dat hij waarschijnlijk diende, was zijn eigen portemonnee.

 

Eind 2001 ontstond commotie over een overeenkomst die hij had getekend met de Nederlandse Woninggroep Suriname, voor de bouw van enkele honderden huizen. De Woninggroep schonk daarnaast echter 25.000 Nederlandse gulden aan een bejaardentehuis in Commewijne voor de bouw van aanleunwoningen. Somohardjo was bestuurslid van het bejaardentehuis en het vermoeden bestond dat het geld in zijn eigen zak was gegleden, wat overigens nooit is bewezen. Het bejaardentehuis en de woningen kwamen er echter nooit.

In het voorjaar van 2002 maakte de secretaris van de stichting Bouw en Exploitatie Woningen (BEW), August Seinpaal, bekend dat Somohardjo aan het bedrijf Philip Kim, waarmee hij een intentie-overeenkomst voor de bouw van minimaal duizend woningen had getekend, 200.000 US dollar aan steekpenningen had gevraagd alvorens het bedrijf toestemming te geven aan de slag te gaan. Philip Kim weigerde dat en Somohardjo gooide de overeenkomst in de prullenbak, waarop Philip Kim een schadeclaim van 3.8 miljoen US dollar indiende.

Somohardjo overleefde in juni van dat jaar een motie van wantrouwen naar aanleiding van deze affaires, niet in de laatste plaats omdat de feiten nooit echt zijn onderzocht en er dus ook geen bewijzen boven tafel waren gehaald. De coalitiepartijen namen genoegen met zijn verklaringen, maar zetten wel vraagtekens bij het feit dat de minister aan de lopende band in opspraak komt. Somohardjo vindt dat hij altijd het gelijk aan zijn kant heeft en kan met zijn heetgebakerde karakter fel op alle beschuldigingen reageren. Zo riep hij tijdens een persconferentie, in reactie op uiteenlopende beschuldigingen van een oppositielid: "Dat gelul moet afgelopen zijn."

 

Niet de vele verdenkingen rond zijn handelen als minister kostten hem in 2003 zijn baan, maar zijn voorliefde voor vrouwelijke tieners deed hem de das om. In februari 2003 nam hij 'verlof' in verband met het justitieel onderzoek naar aanleiding van de aangifte van een deelneemster aan het door zijn partij georganiseerde Miss Jawa 2002 Contest. Hij zou tegen haar wil de borsten en dijen van het meisje hebben betast en haar hebben gezoend.

Waar iedere gewone burger zonder meer een paar maanden achter de tralies zou worden gezet, kwam Somohardjo eraf met een gevangenisstraf van twee maanden voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaar. De openbare aanklager had een jaar cel geëist. Maar feitelijke aanranding achtte de rechter niet bewezen, om de doodeenvoudige reden dat er geen getuigen waren die het relaas van zijn slachtoffer konden of wilden bevestigen.

Wel werd hij veroordeeld voor schending van de eerbaarheid van deelneemsters aan de miss- verkiezing. De politicus maakte er een gewoonte van om ongevraagd de kleedkamer van de al dan niet ontklede deelneemsters binnen te lopen, die daar uiteraard niet van gediend waren. Terwijl ieder normaal mens na zo'n veroordeling met het schaamrood op de kaken via de achterdeur de rechtszaal verlaat en de rest van zijn leven in anonimiteit zou slijten, vierde Somohardjo de veroordeling als een overwinning. Somohardjo beweert nog altijd dat hij niet is veroordeeld omdat het een voorwaardelijke straf betreft.

 

Wel leverde hij nog diezelfde dag zijn ontslagbrief in bij president Venetiaan. Niet door die veroordeling, zo beweerde hij, maar omdat zijn partij hem had gevraagd zich volledig in te zetten voor de verkiezingen van ruim 21 maanden later. Sindsdien speelt hij nog altijd een voorame rol in de politiek, al is dat sinds vorig jaar op een lager pitje. Maar niet voordat hij het voor elkaar had gekregen dat zijn zoon Bronto minister van Binnenlandse Zaken mocht worden.

Somohardjo senior zelf verdient nu een zakcentje extra als staatsadviseur; maar zijn vooral krasse verleden zal hem blijven achtervolgen. Zeker in dit MeToo-tijdperk wordt hij meer dan ooit in de gaten gehouden en zal zijn gedrag niet meer worden geaccepteerd. En hij moet nu inmiddels wel begrijpen: eens een zedendelinquent, altijd een zeden- delinquent.

Bekijkt origineel bericht ⇒

Meer actueel