Pompen open door dreiging oliemaatschappijen

PARAMARIBO - De Surinaamse Servicestation Expoitantenbond (SSEB) is gebeld over een bericht dat rondgaat als zou er geen eenheid zijn binnen de bond. Voormalig voorzitter en huidig bestuurslid van de SSEB ontkent dat dat de reden is waarom de leden hun deuren vrijdag om 10:00 uur normaal zullen openstellen.

"Ik kan dat met alle stelligheid ontkennen en u mag mij gerust quoten dat er vanuit de oliemaatschappiejn SOL en Boedhoe, druk wordt uitgeoefend op retailers. Er wordt zelfs gedreigd dat, als zij niet opengaan, zij niet langer brandstof geleverd zullen krijgen en contracten in gevaar komen. Daardoor zouden de retailers hun bedrijf kunnen kwijtraken".

Nadat donderdagavond de SSEB heeft besloten haar pompstations vanaf vrijdag gesloten te houden totdat er is gesproken met de regering, werd vrijdagmorgen een tegenbericht gelanceerd. Daarin staat dat het besluit van de retailers geen unaniem besluit is en dat het overgrote deel van de pompstations wel open is. DWT heeft een kijkje genomen en blijkt inderdaad dat enkele stations wel open zijn. "Het is daarom dat wij met de regering willen praten, want juist door deze drukstelling van die oliemaatschappijen wil het erop gaan lijken dat er onenigheid is. Niets is minder waar", zegt Janki.

Zij legt uit dat er verschillende retailers ofwel pomphouders zijn. Een deel is zelf eigenaar van de pompstation. Dan weer zijn er pomphouders die het station gehuurd hebben bij de oliemaatschappijen. Onder die groep zijn er uiteenlopende contracten voor het draaien van een pompstation. "Het zijn deze pomphouders die de hele ochtend gebeld en bedreigd worden", zegt Janki. Het SSEB-lid, zegt dat precies hierom de SSEB vindt dat de regering moet inkomen met eenduidige regelgeving en er een wet moet komen om deze branche te ordennen.

Nu hebben de oiliemaatschappijen vrij spel. "Er is veel onduidelijkheid over de winstmarge met uiteenlopende verschillen, maar ook over de gouvermenttake. De regering noch de maatschappijen brengt hier duidelijkheid in", zegt Janki die dit een vorm van machtsmisbruik noemt vanuit de oliemaatschappijen zonder dat de regering hierin ingrijpt. "Op ons verzoek zijn we uitgenodigd door de regering, maar de minister van Economische Zaken was er niet bij. Die praat gewoon niet met ons", zegt Janki.