De wettelijke erkenning en toepassing van deze rechten heeft echter geen gelijke tred gehouden met de rest van de wereld en zeker niet de landen in de Amerika’s. Suriname bevindt zich pas op het traject om te komen tot wetgeving ter zake. Het doel van de webinar van 14 en 15 juni j.l. was om participanten inzicht te verschaffen van de ervaringen van enkele landen die dit traject reeds hebben doorlopen. Hiermee genereert ons land niet alleen nationaal maar ook internationale aandacht voor het proces waarmee wij bezig zijn; nu maar ook na de totstandkoming van de wet.
In hoofdlijnen kunnen worden genoemd:
- Het Vredesakkoord (1992)
- Het BusKondre Protocol (2000),
- De instelling van de presidentiële commissie o.l.v mr .dr. Van Dijk-Silos ten tijde van ex-president Venetiaan (2006).
- Met ondersteuning van de regering is er na een Gran Krutu te Drietabiki in 2007 een grondenrechten commissie geïnstalleerd door de Traditionele Gezagsdragers, bestaande uit deskundigen van Marron en Inheemse komaf. Deze zou als counterpart van de presidentiële commissie Grondenrechten moeten fungeren.
- De uitvoering van het project Support of the Sustainable Development of the Interior in de periode 2007-2009, waarbij uitgebreide consultatie van genoemde doelgroepen heeft plaatsgevonden. Vele indicatieve kaarten van de binnenlandse gemeenschappen zijn middels dit project tot stand gekomen en hoefden in 2020 niet meer te worden uitgevoerd. Of zijn er andere kaarten vervaardigd behorende bij de conceptwet?
- De succesvolle nationale Conferentie in 2009.
- De grondenrechten conferentie te Colakreek in 2012. Hoewel deze abrupt is afgebroken en de nasleep voor de nodige opschudding heeft gezorgd.
- De aanname van de Wet Bescherming Woon en Leefgebieden (2017) welke is aangehouden door President Bouterse. De wet is niet bekrachtigd omdat volgens de toenmalige minister van Regionale Ontwikkeling protest was aangetekend door de Inheemsen en Marrons.
De conceptwet van 2020
Dat de nodige inspanningen zijn gepleegd om tot de conceptwet van 2020 te komen kan worden erkend. Dat die inspanningen serieus werden genomen, valt ernstig te betwijfelen. Ten eerste heeft de toenmalige president, geweigerd een opgesteld stappenplan met inheemsen en marrons, te accepteren en mede te ondertekenen.
Ten tweede valt op dat het wetsontwerp is voorbereid onder leiding van het ministerie van Regionale Ontwikkeling. Uiteindelijk is het niet de regering die langs de gebruikelijke weg (via de president na advies van de Staatsraad) het concept aanbiedt. Het concept wordt als initiatiefwet door enkele leden van De Nationale Assemblee ingediend. Moet de conclusie worden getrokken dat er geen draagvlak was binnen de regering?
Ten derde moet de vraag worden gesteld of de auteur die (op persoonlijke titel) zelf jurist is het concept heeft doorgenomen. De vele juridisch-technische kronkels worden op dit forum buiten beschouwing gelaten. Zoals een Memorie van Toelichting welke absoluut niet voldoet. Summier kan hier ook worden genoemd het toekennen van politionele verantwoordelijkheden aan dorps kapiteins (aanhouden of doen aanhouden van criminelen). Wat echter alles slaat in het concept is het van rechtswege vervallen van alle concessierechten in het binnenland; zes (6) maanden na aanname van de wet!!! Dat zou een historische maatschappelijke en economische ramp worden wat zeker niet als historische mijlpaal kan worden getypeerd.
mr. Patricia Meulenhof
email: patriciameulenhof@gmail.com