Obligatiehouders betwijfelen snelle terugkeer naar onderhandelingen

Shoeket logo

Bron: De Ware Tijd

17 Juni 2021 07:00

Voor mij lezen

PARAMARIBO - Hoewel de regering zegt de onderhandelingen met internationale obligatiehouders te zullen voortzetten is onduidelijk wanneer dat zal gebeuren. Schuldeisers van de Oppenheimer-obligatieleningen betwijfelen of ze binnen afzienbare tijd weer om de tafel gaan met Suriname om te praten over de herschikking van de schuld. Overwogen wordt pas weer aan de onderhandelingstafel te verschijnen wanneer oliemaatschappijen officieel hun investeringsplannen voor de productie van aardolie voor de kust hebben bekendgemaakt en er harde indicaties zijn hoeveel Suriname daaraan zal verdienen.

De besprekingen verzuurden nadat het comité dat de obligatiehouders vertegenwoordigt maandag een verklaring uitgaf waarin de Surinaamse regering werd beschuldigd te kwader trouw te zijn. De Oppenheimerschuldeisers dreigen hun instemming voor uitstel van betaling in te trekken. In een tegenreactie zegt de regering het standpunt van de obligatiehouders te betreuren en spreekt de aantijgingen aan haar adres met klem tegen. De regering spreekt voorts haar verbazing uit "dat de kennisgeving ter activering van de beëindigingstrigger, op het eerste gezicht niet voldoet aan de technische vereisten van de contractuele documentatie, waardoor de doeltreffendheid van de kennisgeving in twijfel wordt getrokken". De commissie van obligatiehouders wordt gevraagd om opheldering over deze kwestie.

Suriname heeft in zijn herschikkingsvoorstel de obligatiehouders voorgesteld een verlies van 70 procent op hun vordering van in totaal 675 miljoen US dollar te nemen, akkoord te gaan met een grace period van vier jaar en rentepercentages van 4 tot 5 procent voor een nieuw uit te geven obligatie die in 2029 zal vervallen. In de plaats van de 675 miljoen US dollar schuld wil de regering een obligatie van 236 miljoen uitgegeven die vervalt in juni 2029 en een coupon van 4 procent hebben tot juni 2025 en daarna 5 procent tot juni 2028. De obligatiehouders hebben geen tegenbod gedaan, maar het voorstel van Suriname gewoon van de tafel geveegd.

Het ziet er volgens een publicatie van LatinFinance niet naar uit dat de onderhandelingen met de regering in de komende maanden hervat zullen worden. Een bron dichtbij de groep van obligatiehouders zei aan LatinFinance dat het voorstel van Suriname slechts bedoeld was om een schok te veroorzaken op de markt en te zien hoe de obligaties die in 2023 en 2026 zouden reageren. De obligatiehouders, vertegenwoordigd door de Britse firma Newstate Partners, hebben maandag een standaardclausule op de 2023- en 2026-obligaties van Suriname in werking gesteld, waarbij ze de het land ervan beschuldigden niet te goede trouw te onderhandelen.

Obligatiehouders stellen dat ze nog nooit een aanbod hadden gezien met een netto contante waarde van 20 cent op de dollar, behalve van de armste landen. Zij zien Suriname met de verwachte olie-inkomsten niet als een arm land dat zijn schulden niet kan betalen. "Het komt erop neer dat Suriname behandeld wil worden als een lage-inkomensland zonder toekomstperspectief. Maar obligatiehouders trappen daar niet in, omdat er gaat olie uit de grond gehaald worden en royalty's naar de overheid gaan. Je kunt die dingen niet negeren, of verwachten dat de schuldeisers het negeren", aldus de bron.

Om de economische crisis in het land aan te pakken heeft de regering een herstelplan opgesteld dat het Internationaal Monetair Fonds bereid is te ondersteunen met een hulppakket van 690 miljoen US dollar uitgesmeerd over drie jaar. Suriname en het IMF hebben geen schattingen voor toekomstige olieroyalty's opgenomen in het macrofiscale kader van het land. Sommige oliemaatschappijen zullen in het eerste kwartaal volgend jaar investeringsbeslissingen voor Suriname bekendmaken.

Bekijkt origineel bericht ⇒

Meer actueel