Oppositie loopt weg na indiening wantrouwensmotie tegen OW-minister

Shoeket logo

Bron: De Ware Tijd

6 Mei 2021 21:03

Voor mij lezen

PARAMARIBO - De fracties van de oppositiepartijen BEP en NDP zijn donderdagavond uit protest weggegaan tijdens de openbare vergadering van het parlement. Ze verlieten de vergaderzaal nadat NDP-fractieleider Rabin Parmessar een motie van wantrouwen had ingediend tegen minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken.

De bewindsman kreeg de oppositie tegen zich omdat hij tijdens het beantwoorden van vragen van de parlementariërs geen verontschuldigingen in het college aan de samenleving heeft aangeboden over grievende uitspraken omtrent wateroverlast. Die had hij gedaan tijdens een tv-programma van de Communicatiedienst Suriname (CDS).

In de motie van wantrouwen werd aangevoerd dat de uiteenzetting van minister Nurmohamed naar aanleiding van de aan hem gestelde vragen onbevredigend was. Ook "de geconstateerde desastreuze gevolgen van de opzettelijke verlate onderhoudswerkzaamheden" en dat de bewindsman zich heeft schuldig gemaakt aan "ernstig plichtverzuim" zijn als overweging opgenomen in de motie.

Op grond van onder meer deze zaken en de schade die landbouwers, ondernemers en huishoudens door wateroverlast hebben ondervonden, werd het vertrouwen in de minister opgezegd. Toen de motie in behandeling moest worden genomen was de oppositie niet aanwezig.

De oppositie verliet uit protest de vergadering omdat ze ontevreden was over de spreektijd die ze in de tweede ronde toebedeeld had gekregen. Volgens NDP-fractielid Melvin Bouva was tegen eerdere afspraken in eenzijdig bepaald dat zijn fractie vijftien minuten spreektijd had gekregen.

Vicevoorzitter Dew Sharman die op dat moment de vergadering leidde, bracht echter naar voren dat de vijftien minuten spreektijd een voorstel van Parmessar was tijdens een overleg met alle fractieleiders. Die gaf vervolgens aan dat het inderdaad zijn voorstel was, maar dat hij het nog in zijn fractie zou bespreken.

VHP-fractieleider Asiskumar Gajadien merkte op af te zien van de behandeling van de motie aangezien de indieners afwezig waren en deze niet konden verdedigen. Ook waren op dat moment niet minstens 26 DNA-leden aanwezig.

Parlementsvoorzitter Marinus Bee betreurde het dat de indieners niet aanwezig waren zodat de motie niet behandeld kon worden. "Het heeft niet aan ons gelegen om deze niet te behandelen, maar aan de indieners zelf die geen belangstelling hadden", zei Bee.

Bekijkt origineel bericht ⇒

Meer actueel