26 April 2021
12:00SURINAMERS HOEVEN ZICH voor de komende Olympische Spelen later dit jaar in Tokio er niet op te verheugen dat voor Suriname ook maar één podiumplaats zal zijn weggelegd, hoe veelbelovend de sportprestaties van wielrenner Jaïr Tjon En Fa ook zijn. Hoe zinvol is het dan om sporters af te vaardigen of is de Olympische gedachte - niet het winnen is belangrijk, maar het deelnemen - de voornaamste reden voor het Surinaams Olympisch Comité (SOC) om een vijfmansdelegatie naar Tokio te sturen?
Van dit vijftal mag alleen Tjon En Fa tot de wereldtop worden gerekend. Hij heeft zich ook als enige Surinamer voor de Olympische Spelen, het grootste sportevenement ter wereld, weten te kwalificeren. Vier anderen - twee atleten, één taekwondoka en één zwemmer - kunnen alleen door een wildcard meedoen.
In Tokio zal traditiegetrouw bij de Spelen de crème de la crème aanwezig zijn. Zoals de sport vereist zullen alle deelnemers zichzelf proberen te overtreffen, omdat het evenement alle aandacht van de wereld geniet. Dus realistisch gezien hoeft Suriname er niet op te rekenen dat zijn sporters in Tokio hoge ogen zullen gooien.
Tjon En Fa zou wel het verschil kunnen maken, omdat hij in zijn categorie bij de beste zeventien van de wereld hoort. Vorige week eindigde hij in België op de derde plek op de 200 meter sprint. Gezien het feit dat hij door de coronapandemie na ruim een jaar weer in actie kwam, is dit zeker een goede prestatie.
In de Surinaamse sportgeschiedenis hebben eerder alleen Anthony Nesty en Jurgen Themen - en nu dus Tjon En Fa - zich kunnen kwalificeren voor de vierjaarlijkse Spelen. In de tijd van Nesty golden de huidige kwalificatienormen nog niet, maar deze zwemmer had een geweldige staat van dienst. Nesty, die Suriname de enige Olympische gouden medaille ooit bezorgde, had en heeft namelijk alle regionale wedstrijden op zijn naam staan zoals Odesur, Cacso en Panam Games.
Ondanks zijn bijzondere prestaties heeft Nesty nooit naast zijn schoenen gelopen en is bescheiden gebleven. In tegenstelling tot sommige anderen die doen alsof ze tot de wereld- of subtop behoren, maar dat niveau bij lange na niet hebben. Hink-stap-springer Miguel van Assen is daar het beste voorbeeld van. Hij staat in zijn onderdeel nog niet eens in de top honderd van de wereldranglijst, maar in zijn overtrokken emotionele actie naar de samenleving toe, die hem veel geld opleverde, deed hij het voorkomen alsof hij de hoop van Suriname is.
Een andere met zo een waanidee is zwemmer Renzo Tjon A Joe die zichzelf promoot als subtop, maar op de jongste Zuid-Amerikaanse kampioenschappen nog niet eens de B-limiet van die spelen haalde. De vraag is dan waarom het SOC zoveel moeite doet om deze sporters - samen met Jeffrey Vanan en Tosh van Dijk af te vaardigen.