3 April 2021
08:04Het feit dat dit jaar op de legstranden van Galibi wel zal worden gemonitord en gecontroleerd is ook in het voordeel van het toerisme. Dat zegt Soraya Wijntuin, oceanenexpert van WWF-Guianas, tegen de Ware Tijd.
De organisatie is ermee ingenomen dat ze dit jaar wel een overeenkomst heeft kunnen tekenen met het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer om samen met jachtopzieners te monitoren en controleren op de legstranden van Galibi. Daar leggen zeeschildpadden al eeuwen lang hun eieren "Dit fenomeen is een toeristische attractie. En hoewel de toerismeaccommodaties in het dorp vanwege Covid-19 gesloten waren, is het de bedoeling dat deze attractie toeristen blijft trekken wanneer het toerisme weer op gang komt. Het zou verlies van toekomstige inkomsten zijn als het zou komen weg te vallen indien de zeeschildpadden door stroperij van de nesten in aantallen afnemen."
De overeenkomst is getekend voor de legstranden van Galibi en Braamspunt. Vorig jaar werd alleen overeengekomen dat jachtopzieners samen met WWF te Braamspunt zouden monitoren en controleren, omdat de stranden van Galibi wegens de Covid-19-dreiging uit Frans-Guyana waren gesloten. Hesdy Esajas, hoofd van Dienst Landsbosbeheer van het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer, bevestigt dat daardoor een gap is in dataverzameling. "Maar je doet uitspraken over wat je hebt. Het is niet anders; we mogen de regels om Covid-19 te bestrijden niet overtreden. Dit is dus een wereldwijd probleem."
Esajas bevestigt dat de overeenkomst is getekend ver na de start van het legseizoen dat meestal in februari begint. "Daar zijn enkele oorzaken voor, maar we waren zelf wel op de stranden en verder is er samen met de politie wel gecontroleerd, bijvoorbeeld met roadblocks. Daarbij zijn aardig wat stropers aangehouden." Bij bezoek aan het dorp Galibi dat vooraf ging aan het tekenen van de overeenkomst, kwam WWF ook erachter dat er inderdaad heel veel is gestroopt. "Daarnaast hebben we gezien dat er sprake is van toenemende erosie. Veel stranden worden smaller waardoor er bij vloed nauwelijks plek over is voor de zeeschildpadden om hun nesten te maken. Het is trouwens wel het geval dat onder deze overeenkomst met het ministerie de jachtopzieners de nesten die onder de vloedlijn zitten verwijderen."
Bij het bezoek aan het dorp bleek het traditioneel gezag blij te zijn met de overeenkomst voor dit jaar, omdat het merkt dat het stropen toenam door mensen van buiten het dorp. Esajas ziet vooral een probleem in de vraag naar eieren. "Er is een behoefte. En zo lang die er is zullen mensen blijven stropen. Ook door de economische situatie neemt de stroperij toe, maar we moeten werken aan gedragsverandering. Misschien moeten we om dit laatste de hulp van antropologen inroepen", zegt hij. Esajas vindt trouwens dat de middelen die moeten maken dat jachtopzieners hun werk naar beste vermogen kunnen doen, maar langzaam beschikbaar komen. "Het is natuurlijk nooit genoeg en sinds de Binnenlandse Oorlog zijn aardig wat faciliteiten van de jachtopzieners kapotgeslagen. Dus we doen wat we kunnen met mobiele controles en op de plekken waar we nog gebouwen hebben renoveren we. Maar het is nog lang niet wat het wezen moet."