PARAMARIBO - Het Openbaar Ministerie (OM) blijft er bij dat gewezen minister Gillmore Hoefdraad van Financiën met voorkennis bewust heeft meegewerkt aan contracten tussen de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en het Belgische bedrijf Clairfield. Daarbij ging een totaal bedrag van ruim SRD 2 miljoen gemoeid. Volgens de tenlastelegging van het OM heeft Hoefdraad daar een onrechtmatig voordeel aan gehad. Hetzelfde zou gelden voor gelden die vanuit de CBvS zijn overgemaakt aan hem als minister van Financiën.
Procureur-generaal Roy Baidjnath Panday, die donderdag de verdediging van Hoefdraad van repliek diende, blijft bij zijn lijvige bewijslast en heeft die nog verder aangescherpt. Aan het einde van zijn repliek heeft hij het Hof van Justitie gevraagd over te gaan tot het vervolgen van Hoefdraad. Het OM heeft eerder een gevangenisstraf van twaalf jaar en een geldboete van SRD 500.000 subsidiair geëist tegen de ex-minister.
Zijn verdediging blijft erbij dat het OM er niet in is geslaagd de schuld van Hoefdraad te bewijzen. Zijn advocaten Irene Lalji en Murwin Dubois waren niet onder de indruk van de repliek van het OM. Zij vindt dat niet de gewezen minister maar de toenmalige regering gedagvaard had moeten worden. "Hoefdraad is geen rechtspersoon, maar heeft in dienst van de staat gehandeld", zei Dubois.
Het verwijt van het OM dat de verdediging van Hoefdraad selectief het rapport Kroll heeft gelezen en gebruikt "is maar een mening van de procureur-generaal", stelden de advocaten. Dit rapport, dat op last van het OM is samengesteld, zou volgens Lalji en Dubois hebben vastgesteld dat er met de contracten niets aan de hand is en dat de bedragen die zijn genoemd in de contracten normaal, redelijk en billijk zijn. De pg heeft daarover een andere mening en zei dat het rapport juist het tegenovergestelde concludeert. "Waarom de procureur-generaal er een andere mening op na houdt gaan wij goed bestuderen en zullen uit het rapport aanhalen om te weerleggen wat hij gezegd heeft", aldus Dubois.
Het OM heeft aan het eind van de zitting het Hof van Justitie gevraagd hem te machtigen een financieel gerechtelijk onderzoek in te stellen tegen Hoefdraad. Lalji wees erop dat dit eerder ook is gevraagd aan de rechter-commissaris, maar die zou hebben geweigerd omdat er voor dat onderzoek geen grondslag zou bestaan. Dubois en Lalji zeggen nog altijd vertrouwen te hebben in de rechtsstaat waar zij onderdeel van zijn. "Wij zijn de balans tussen de vervolging en de rechtsspraak en onze taak is er voor te zorgen dat die balans in het voordeel zal zijn van onze cliënt", maakte Dubois duidelijk. De verdediging van Hoefdraad gaat op 6 mei in op de repliek van het OM.