VOOR HET ZOVEELSTE achtereenvolgend jaar zijn de scholen in het binnenland later begonnen dan in de kustvlakte. Door de Covid-19-pandemie zelfs vele maanden later dan voorgaande jaren. Ondanks dat er dus meer tijd was om zaken voor te bereiden is de start van de scholen in het binnenland toch niet overal vlekkeloos verlopen.
Opeenvolgende regeringen hebben de afgelopen decennia in mooie volzinnen in hun begrotingen opgenomen dat het onderwijs in het binnenland zal worden verbeterd en de voorzieningen en infrastructuur ook. In de praktijk lijkt het er juist op alsof de situatie eerder verslechtert dan verbetert. Schoolgebouwen en lokalen zijn door jarenlange en systematische slecht of geen onderhoud niet om aan te zien. Ook de behuizing van leerkrachten is vaak niet om over naar huis te schrijven. De elektriciteitsvoorziening en zaken als gezond, stromend drinkwater in tal van dorpen, waar er scholen zijn gevestigd, laten te wensen over of zijn niet aanwezig. Ook de sanitaire voorzieningen zijn vaak niet in optimale conditie.
Door de jaren heen zijn rapporten op rapporten geschreven over verbetering van het onderwijs in het binnenland, maar tot nu toe is veel bij het oude gebleven met als gevolg veel drop-outs en slechte aansluiting op vervolgonderwijs van degenen die erin slagen de basisschool in het binnenland succesvol af te ronden. Tijdens internationale onderwijsconferenties wordt regelmatig naar voren gebracht dat in het basisonderwijs je eigenlijk je best geschoolde leerkrachten zou moeten plaatsen en zeker in achtergestelde gebieden zoals het platteland en in Suriname het binnenland. In menig land in de regio staan onderwijsgevenden in het basisonderwijs met academische titels voor de klas. In Suriname moest het achterland het decennialang doen met onderbetaalde 'onbevoegde' of beperkt bevoegde leerkrachten die allerlei ontberingen moeten doorstaan om hun pupillen toch wat kennis en cognitieve vaardigheden bij te brengen.
Maar zoals je in de sport met je beste spelers op het veld komt om te winnen zal je in het onderwijs ook met goed opgeleide leerkrachten moeten komen wil je goede resultaten behalen. Bij aanvang van de scholen in de kustvlakte oktober vorig jaar zei Onderwijsminister Marie Levens dat de start van de scholen in het binnenland de aandacht van de regering heeft en hoog op de prioriteitenagenda stond, maar vanwege de Covid-19-situatie voor grote uitdagingen zorgde. Nu een aantal maanden later schijnt toch niet goed te zijn ingespeeld op de situatie. In hoeverre de problemen, zoals niet schoongemaakte scholen en terreinen te maken hebben met de huidige slechte financieel-economische situatie bij de overheid of als deze puur met tekortkomingen in de organisatie bij het ministerie van Onderwijs en Cultuur te maken hebben is onduidelijk. Van belang is evenwel dat deze zaken snel worden aangepakt zodat het onderwijs in het binnenland geen verdere stagnatie ondervindt en de kans op ontwikkeling van pupillen op dat grondgebied van Suriname niet langer ondermijnd wordt.