PARAMARIBO - Mensen in het binnenland inenten tegen Covid-19 wordt een ingewikkelde operatie, vooral omdat gebieden vaak ver uit elkaar liggen en het vaccin maar enkele uren na ontdooid te zijn houdbaar is. Dat blijkt uit een gesprek van de Ware Tijd met Maureen van Dijk-Wijngaarde, medisch directeur van de Medische Zending (MZ).
Ze was dinsdag aanwezig bij de start van de vaccinatie van frontliniemedewerkers in het Academisch Ziekenhuis Paramaribo. "We maken ons in elk geval klaar en zijn bezig nog enkele zaken in ons vaccinatieplan aan te scherpen." Eén van de zaken die goed in de gaten moet worden gehouden is voorkomen dat het vaccin wordt verspild.
De uitdaging ligt MZ in het feit dat haar 51 poli's verspreid zijn over het achterland. De vaccins komen binnen in ampullen van elk tien doses en een ampul die is opengemaakt mag maximaal zes uren worden bewaard onder de voorgeschreven temperatuur. "Het vervoeren van opengemaakte ampullen naar een medische post die verder ligt mag niet", legt Van Dijk-Wijngaarde uit.
Om in de verre streken gezondheidswerkers te kunnen vaccineren zal het vaccin voor een groot deel met de boot of per vliegtuig moeten worden getransporteerd. "Je moet voorkomen om meerdere keren zaken te vervoeren. Logistiek voor het binnenland is duur en we willen geen extra kosten maken", stelt de medisch directeur.
De bemensing van de poliklinieken is anders en voor de kleinere poli's, ook wel tussenposten genoemd, zou het een verspilling betekenen om een volle ampul te sturen. "We moeten bekijken hoe we naast de zorgwerkers tegelijk ook lokale mensen, die behoren tot de risicogroep, kunnen meenemen. Dat wil zeggen dat we de gemeenschap vooraf moeten informeren over het vaccin."
Uit de gegevens van MZ, die ook beschikbaar zijn gesteld voor het nationaal vaccinatieplan, is gebleken dat er in het Boven Surinamegebied veel ouderen zijn. De groep met chronische ziekten is in die omgeving het grootst. "De grootste hoeveelheid van het vaccin zal daar toegediend moeten worden door onze zorgverleners die binnenkort hierin getraind zullen worden."
Van Dijk-Wijngaarde zegt dat de doelgroep in het binnenland "zeer gevarieerd" is. "We hebben te maken met verschillende talen; onze voertaal Nederlands wordt niet overal gesproken. Er zijn enkele mensen die haar wel verstaan maar misschien niet meteen begrijpen en anders interpreteren. De mensen vinden het prettig om in hun eigen taal informatie te krijgen. Maar sommige woorden zoals vaccin komen niet voor in hun taal. Je zal dit dus zodanig moeten omschrijven dat ze het begrijpen."