Uitspraak rechtszaak Akiemboto donderdag

PARAMARIBO - Kortgedingrechter Rewita Chatterpal doet donderdag aanstaande om 8.30 uur ‘s morgens uitspraak in de zaak die Sergio Akiemboto heeft aangespannen tegen parlementsvoorzitter Marinus Bee en de Staat Suriname. Bee erkent hem niet langer als lid van De Nationale Assemblee nadat Akiemboto begin januari vrijwillig per brief ontslag had genomen uit het college.

De politicus die zijn ontslagbrief naar de president had gestuurd om zijn besluit kenbaar te maken, trok het schrijven enkele dagen daarna in, nadat hij mede door druk van partijgenoten en burgers die op hem hadden gestemd op zijn beslissing was terug gekomen. Daags na de intrekking van de ontslagbrief stuurde president Chandrikapersad Santokhi beide brieven van de politicus naar het parlement.

Het staatshoofd deed daarbij de toevoeging dat aangezien de ontslagbrief van Akiemboto gedateerd was op 5 januari 2020, er geen rechtsgevolgen voortvloeien uit de brief. Want, op 5 januari 2020, was Akiemboto geen parlementariër. Bee ging aan de constatering van de president voorbij en stelde aan de hand van adviezen van juristen van het parlement vast dat met de indiening van de ontslagbrief door Akiemboto, zijn lidmaatschap van het college onmiddellijk is beëindigd.

De politicus kreeg daarna geen convocaties meer voor DNA-vergaderingen en werd ook de toegang tot de digitale platformen van het parlement ontzegd. Nadat de DNA-voorzitter vorige week niet binnen een door hem gesteld ultimatum had gereageerd met betrekking tot de sommatie hem weer toegang tot het parlement te verschaffen, begon Akiemboto een kortgeding over deze kwestie. Het afgelopen weekeinde hebben advocaten van beide partijen per email afgepleit. De rechter doet donderdag uitspraak.

In het parlement zijn de meningen over deze zaak verdeeld. Coalitielid VHP vindt dat Akiemboto nog lid is van het parlement, terwijl coalitiegenoten NPS en Abop vinden van niet. Ook de NDP, de partij waartoe Akiemboto behoort, is van oordeel dat hij nog steeds lid is van De Nationale Assemblee. Ook onder juristen en bestuurskundigen zijn de meningen over dit vraagstuk uiteenlopend.