Toen de zitting omstreeks negen uur begon kwam procureur generaal Roy Baidjnath-Panday aan het woord. Hij vroeg het Hof de ruimte om enkele herschrijvingen in de datum en de jaartallen aan te brengen waarin de aan Hoefdraad ten laste gelegde feiten zouden zijn gepleegd. Hij beriep zich op enkele artikelen in het wetboek van Strafvordering die dat wel mogelijk maken. Volgens Baidjnath-Panday die drie wijzigingen vorderde, is het Openbaar Ministerie hiermee niet gekomen aan de kwalificatie en feitenrelaas, zoals in de tenlastelegging is aangegeven.
Meteen hierop reageerde de verdediging van Hoefdraad in de persoon van advocaat Irene Lalji. Die vroeg meteen dat de zitting wordt geschorst voor een paar dagen, zodat de verdediging zich hierover kan buigen. Dit tot verrassing van rechter Mettendaf. "Mevrouw u meent het"? vroeg zij de advocaat van Hoefdraad, waarop Lalji antwoorde, "Ja, ik meen het". Mettendaf zei dat zij voor het eerst meemaakt dat gevraagd wordt dat op basis van zo een vordering door een verdediging wordt gevraagd de zitting te schorsen.
Lalji hield echter voet bij stuk en vroeg begrip van de rechters bij het Hof. Mettendaf besloot dat het Hof zich hierover wilde buigen en schorste voor enige ogenblikken de zitting om na enkele minuten aan te geven dat de verdediging van Hoefdraad maar en uur krijgt en de zaak vandaag gewoon verder gaat. Intussen heeft Lalji binnen en kwartief aangegeven dat de verdediging van Hoefdraad 'ready' is om de zaak voort te zetten.