Ministerie van Onderwijs ontvangt 200 tablets van first lady

De recente ontwikkelingen binnen het onderwijsgebeuren zijn first lady Mellisa Santokhi-Seenacherry niet onopgemerkt voorbijgegaan. De presidentsvrouw heeft als bijdrage aan het onderwijs op afstand, tweehonderd tablets gedoneerd aan het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC). De geste werd gisteren namens de first lady door haar assistent Gene Sampono overhandigd aan Yuro Dipotaroeno, directeur Algemeen Vormend Onderwijs.

Sampono zei dat de presidentsvrouw heeft gelet op de nieuwe ontwikkelingen binnen het onderwijsgebeuren. “We hebben gemerkt dat de kinderen vanuit afstand het onderwijs moeten volgen en ik denk dat dit een degelijke bijdrage kan leveren bij behoeftige gezinnen”, legde hij verder uit.

Hij hoopt dat donoren willen bijdragen aan het beschikbaar maken van simkaarten en internet. Als persoon met ook zelf een onderwijsachtergrond, spreekt hij van een mooi gebaar van de first lady, vooral vanwege het gegeven dat er in de achtergestelde buurten jongeren zijn die heel goed gebruik zouden kunnen maken van de tablets en op deze manier toch onderwijs kunnen genieten.

Over hoe de tablets zullen worden ingezet en wie in aanmerking komen, zal er volgens directeur Dipotaroeno een strategie worden uitgezet. Hij benadrukte dat er sowieso behoeftigen zijn die in aanmerking kunnen komen. “Het is altijd goed om donaties te ontvangen,” zei de onderwijsfunctionaris.

Dipotaroeno benadrukte dat onderwijs op afstand momenteel een actueel onderwerp is. Als gelet wordt op de ontwikkeling, lokaal als internationaal, dan moet volgens de directeur gestimuleerd worden dat men gebruik kan maken van de technologische mogelijkheden.

Hij toonde zich dan ook ingenomen met de geste van de first lady om op deze manier een bijdrage te leveren aan de vernieuwing van het onderwijs in Suriname. Tegelijkertijd riep de onderwijsfunctionaris andere bedrijven op dit voorbeeld op te volgen. “Zodat wij met zijn allen in saamhorigheid en eenheid die gemeenschap kunnen dienen, maar vooral het Surinaamse kind.”