COMMENTAAR: Vervolging politieke ambtsdragers

Shoeket logo

Bron: De Ware Tijd

11 December 2020 12:00

Voor mij lezen

ZOALS TE VERWACHTEN was, heeft de coalitie donderdag voor gestemd, waarbij De Nationale Assemblee ex-vicepresident Ashwin Adhin in staat van beschuldiging stelt, zodat hij strafrechtelijk vervolgd kan worden. De NDP-fractie, waar Adhin lid van is, stemde tegen. Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt de gewezen politieke ambtsdrager van valsheid in geschrifte, verduistering en vernieling. De verdenking houdt verband met vermoedelijk opzettelijk vernield en/of beschadigd elektronisch apparatuur van het kabinet van de vicepresident. Hoewel dat niet aan de orde was, werd de onpartijdigheid van het OM wel aan de kaak gesteld tijdens de openbare vergadering donderdag.

Adhin stelde ronduit dat gelet op de zaken die zich hebben voorgedaan in verband met zijn zaak, handelingen van het OM en de behandeling die hij heeft gekregen, hij geen enkel vertrouwen meer heeft in het vervolgingsapparaat. In de rechters bij het Hof van Justitie heeft hij nog vertrouwen. Zoveel is duidelijk dat het OM in deze specifieke zaak een scheve schaats heeft gereden en op een pijnlijke wijze door het Hof van Justitie is gecorrigeerd. De rechter-commissaris sommeerde namelijk de onmiddellijke invrijheidstelling van Adhin, omdat het OM niet de juiste wettelijke procedure had gevolgd door de verdachte niet eerst in staat van beschuldiging te doen stellen voordat stappen om hem te vervolgen werden ondernomen.

Daarna werd het OM door het hof op technische gronden niet ontvankelijk verklaard toen die in beroep ging tegen de beslissing van de rechter-commissaris. Dat de ex-vicepresident geen vertrouwen meer heeft in het OM is begrijpelijk, maar suggesties uit het NDP-kamp dat in deze zaak sprake is van politieke vervolging zijn wel verregaand. Het is de vijfde keer, sinds de wet In staat van beschuldigingstelling politieke ambtsdragers van kracht werd, dat het parlement zich over een vordering van het OM heeft gebogen. Vier keren is de vordering toegewezen en één keer ging het college niet mee met het OM. Met de kwestie-Adhin is er weer een discussie op gang gekomen in hoeverre artikel 140 van de Grondwet, dat stelt dat politieke ambtsdragers voor misdrijven in die betrekking gepleegd, terecht staan voor het Hof van Justitie niet geschrapt moet worden. De vervolging mag pas beginnen nadat ze door De Nationale Assemblee in staat van beschuldiging zijn gesteld.

Politieke partij DA '91 bijvoorbeeld vindt het een onding dat zo snel als mogelijk uit de Grondwet verwijderd dient te worden. Menigeen vindt dat de wet neigt naar klassenjustitie en bescherming van politici. In reële zin komt het inderdaad neer op klassenjustitie, aangezien politieke ambtsdragers en gewezen politieke ambtsdragers een andersoortige behandeling krijgen dan Jan Modaal die zich schuldig maakt aan dezelfde strafbare feiten. Omdat de politiek een stem heeft in eventuele vervolging en berechting van verdachten kunnen zij afhankelijk van de politieke constellatie van het moment de dans ontspringen, zoals recentelijk is gebleken in de kwestie-Hoefdraad.

De coalitie, waartoe de toenmalige minister van Financiën behoorde, vond geen redenen om hem strafrechtelijk te doen vervolgen, dus werd de vordering van het OM om hem in staat van beschuldiging te stellen afgewezen. De coalitie die daarna aantrad stelde Hoefdraad bij een nieuw verzoek van het OM wél in staat van beschuldiging, wat de indruk nog sterker wekt, dat de wet In staat van beschuldigingstelling politieke ambtsdragers als politiek wapen of instrument kan worden gebruikt of misbruikt. Misschien zal voornoemde wet tegen het licht gehouden moeten worden ten einde na te gaan of de doelen die aan deze wet ten grondslag liggen wel gerealiseerd worden, of dat misdrijven gepleegd door politieke ambtsdragers zonder tussenkomst van het parlement vervolgd kunnen worden.

Bekijkt origineel bericht ⇒

Meer actueel