Raadslieden houden lippen stijf op elkaar over contact met Hoefdraad

Irene Lalji en Murwin Dubois, de advocaten van oud-minister Gillmore Hoefdraad, bij het verlaten van het gerechtsgebouw. Foto: Suriname Herald
Shoeket logo

Bron: Suriname Herald

4 December 2020 15:14

Voor mij lezen

Raadsvrouw Irene Lalji zal de bevindingen van het verloop van de zaak van de ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, voorhouden aan haar cliënt. Hoefdraad wordt naast Lalji ook bijgestaan door Frank Truideman en Murwin Dubois. “Als je zaken hebt koppel je altijd op een of andere manier terug met al je cliënten die je hebt”, zegt ze tegenover journalisten. Lalji verwijst naar privacy en vertrouwensredenen als haar gevraagd wordt als er contact is met Hoefdraad.

Dubois licht toe dat het de plicht is van elke advocaat om elke aangenomen zaak ten beste te verdedigen. Daarbij zijn alle belangen in ogenschouw genomen. De raadsman verzekert dat ze zich terdege zullen inzetten om alle belangen van hun cliënt te verdedigen.

De zaak van ex-minister van Financiën Hoefdraad is vandaag voorgegaan. Procureur-generaal Roy Baidjnath Panday heeft namens het Openbaar Ministerie (OM) de zaak voorgedragen. De rechters in deze zaak zijn Marie Mettendaf, Maureen Dayala en Danielle Karamatali.

Mettendaf liet optekenen dat Hoefdraad niet aanwezig is. De raadslieden van Hoefdraad hebben een aantal excepties opgeworpen. Ze eisen nietigheid van de dagvaarding. Mettendaf heeft de zaak verdaagd naar 13 december waarbij het OM de gelegenheid krijgt om in te gaan op de verweren van de raadslieden.

Raadsvrouw Lalji legt uit dat de excepties betrekking hebben op de dagvaarding en de uitreiking van de dagvaarding. De raadslieden hebben gewezen op wetsartikelen te weten artikel 269 van het Wetboek van Strafvordering waarin wordt gesteld dat er een bepaalde termijn moet zijn tussen de betekening en de dag van de zitting, met name vier dagen.

Ook beroepen de raadslieden zich op artikel 517 van het Wetboek van Strafvordering die een bepaalde wijze voorschrijft wanneer men een uitreiking wil doen van de dagvaarding. Lalji licht toe dat het in feite erop neerkomt dat wanneer men een dagvaarding wil uitreiken dat gedaan moet worden aan personen die in verzekerde bewaring zijn en mensen die niet in verzekerde bewaring zijn.

Hoefdraad is nog steeds voortvluchtig en wordt internationaal gezocht. In augustus is er een officieel opsporingsbevel de deur uitgegaan. Volgens de justitiële autoriteiten wordt Hoefdraad ervan verdacht zich schuldig te hebben gemaakt aan overtreding van de Anticorruptiewet, overtreding van de Bankwet, overtreding van de Wet money laundring, ambtsverduistering en oplichting zoals omschreven in het Surinaams Wetboek van Strafrecht.

Vishmohanie Thomas

Bekijkt origineel bericht ⇒

Meer actueel