29 September 2020
09:59PARAMARIBO - De leiding van het Nationaal Vervoerbedrijf (NVB) had gewild dat bij hem aangesloten bus- en boothouders op 1 oktober het staatsvervoer weer zouden opstarten, maar dit zal niet gebeuren. Het gaat landelijk om ongeveer 140 trajecten.
De bushouders zijn vanaf juni niet betaald en willen eerst geld zien. Ze eisen ook aanpassing van de bustarieven voor een beter inkomen. De boothouders wachten zelfs veel langer. "We moeten voorbereidingen treffen om weer te rijden en te varen. Omdat de bussen zes maanden niet hebben gereden moeten sommige onderdelen vervangen worden", zegt Iwan Woon, ondervoorzitter van de Organisatie van Bushouders in Suriname (OBS), tegen de Ware Tijd.
Bij hem kan het er ook niet in dat de boothouders sinds oktober vorig jaar geen geld hebben ontvangen. "Hoe moeten deze mannen hun onderneming draaien?" vraagt hij zich af. "Ze kunnen hun gezinnen niet onderhouden." Ook de bushouders die het verplegend personeel transporteren zijn volgens hem niet betaald. Ze hadden willen stoppen, maar Woon heeft hen op andere gedachte weten te brengen, omdat het verplegend personeel een essentiële groep is.
Ondanks dat bus- en boothouders niet hebben gereden en gevaren door de coronacrisis hadden ze verwacht maandelijks ten minste 50 procent van hun betaling te krijgen. Hun collega's van het schoolvervoer hebben volgens Woon 40 procent ontvangen. "Als de overheid ons twee maanden betaling geeft op basis van 50 procent komt dat op ongeveer SRD 10.000 en dan kunnen we een herstart maken", rekent de ondervoorzitter uit. Voor april en mei heeft elke bushouder SRD 2.000 gehad als tegemoetkoming in verband met Covid-19.
Woon heeft vorige week in een gesprek met Fariyal Renfurm, president-commissaris bij tevens waarnemend directeur van het NVB, de klachten van de bus- en boothouders aangekaart. Hij had verwacht dat er een gesprek zou komen met minister Albert Jubithana van Transport, Communicatie en Toerisme, maar een uitnodiging is tot nu toe uitgebleven.