Ik heb al eerder aangestipt dat er in Suriname al jaren verschillende takken van teamsport worden beoefend, waaronder voetbal, maar dat er geen noemenswaardige successen zijn geboekt. Zo heeft het land zich in al die tientallen jaren nimmer kunnen plaatsen voor het grootste en belangrijkste evenement: het WK. Individuele sporters zijn gelet op de statistieken, beter voor de dag gekomen. Anthony Nesty heeft Suriname zelfs Olympisch goud bezorgd, terwijl Leatitia Vriesde meerdere malen op het erepodium mocht prijken bij atletiekkampioenschappen. Ook denksporters (schaken en dammen) hebben met een zekere regelmaat successen geboekt in het buitenland. In het recente verleden zagen we bij regionale krachtmetingen ereplaatsen voor Miguel van Assen en Renzo Tjon A Joe. In vergelijking daarmee heeft het nationale mannen voetbalteam de afgelopen decennia geen successen behaald. Het Caribisch kampioenschap eind 70'er jaren was het enige lichtpuntje in de geschiedenis van de mannen nationale selectie. Desondanks zien we dat voetbal (mannen) als nationale sport wordt neergezet.
In 2018 werd de Surinaamse mannen volleybalselectie Caribisch kampioen. In 2019 kon Suriname door onduidelijke redenen niet deelnemen aan het Continentaal Volleybalkampioenschap te Canada met alle consequenties van dien. Gelet op de prestaties van deze sporters vraag ik me af of Suriname zich moet blijven blindstaren op voetbal of als het land zwaar moet inzetten op sporten die bewezen potentie hebben. Ik ben ervan overtuigd dat de volleybalsport dankbaar gebruik zullen maken van een nationale ondersteuning (overheid, bedrijfsleven, pers etc.) naar de selecties toe en de volleyballers zich nog meer zullen inzetten om te blijven groeien en uiteindelijk Suriname internationaal in de schijnwerpers te plaatsen.
Met het bovenstaande in gedachte kom ik tot de slotsom dat de matige tot slechte prestaties van Surinaamse selecties bij regionale krachtmetingen niet te wijten zijn aan een gebrek aan talent, maar waarschijnlijk het gevolg zijn van het wedden op het verkeerde paard.
Mireille Hoepel