13 Augustus 2020
06:00De case van ex-minister Gillmore Hoefdraad geniet veel belangstelling van de samenleving. Delen uit de gemeenschap nemen het de advocaten die hem bijstaan niet in dank af. Irene Lalji, een van de raadslieden van Hoefdraad, zegt aan Suriname Herald dat zij de kritiek niet kan plaatsen. Zij vraagt zich af waarom haar cliënt geen recht zou hebben op rechtsbijstand.
Het gaat volgens haar in deze niet om de persoon, maar om een burger/ambtsdrager die bij haar heeft aangeklopt om juridische dienstverlening. Zij heeft daarom ook geen boodschap aan al de kritiek. Op haar Facebook-pagina zegt Lalji het volgende: “Ik ben advocaat in straf- en civielrecht en sta dus moordenaars, verkrachters, pedofielen, vrouwenmishandelaars, oplichters en noem maar op bij. Ik ben ook civilist. Ik doe ook civiele zaken. Bijstand verlenen aan personen is mijn werk. En dat voer ik naar eer en geweten uit. Of dat u bevalt of niet, dat is niet mijn zorg. Wat ik wel jammer vind is dat u geen onderscheid kunt maken tussen mij als Facebook-persoon en als advocaat.”
Lalji vervolgt: “En daarom geef uw mening, maar laat ik het respect met betrekking tot u niet verliezen. Houd uw mening alstublieft netjes en respectvol. Kom niet aan mij als persoon en aan mijn innerlijke waarden. U kent mij niet dus u kunt niet over mij als persoon oordelen. Ik ben en blijf advocaat en zal altijd bijstand verlenen, indien ik in de arm genomen wordt. Indien u van mening bent dat Suriname een rechtstaat is, die waarborgen biedt voor elke burger, dan moeten de wetten in acht worden genomen en is er niks mis mee om een burger of ambtsdrager bijstand te verlenen. Gaat u de grondwet maar na in artikel 10.”
De advocaat benadrukt dat zij nog steeds achter haar bericht staat. Lalji legt uit dat zij tijdens het beoefenen van haar beroep zich niet laat leiden door emoties. Daarom houdt zij ook geen rekening met wat de samenleving van oordeel is. Lalji geeft verder aan dat zij zaken puur juridisch bekijkt, voordat zij die aanneemt.
Zij is dan ook eerlijk naar de cliënt toe, over de kans die zo’n zaak heeft. Over de inhoud van de zaak van haar cliënt wenst de advocaat nog niets kwijt uit ethiek van het advocatenberoep. Of Hoefdraad wel of niet in Suriname is, kan zij niet antwoorden. Zij verwijst naar het verzoekschrift waar er wel een adres is opgegeven.
Hoefdraad heeft een kortgeding aangespannen tegen de staat Suriname, De Nationale Assemblee (DNA) en het Openbaar Ministerie. Hij vindt dat de in staat van beschuldigingstelling van hem door DNA onrechtmatig heeft plaatsgevonden. De zaak wordt voor het eerst op 27 augustus 2020 in behandeling genomen door kortgedingrechter Suzanne Chu.