BREAKING: Hoefdraad spant kort geding aan tegen staat, DNA en OM

Shoeket logo

Bron: De Ware Tijd

11 Augustus 2020 15:12

Voor mij lezen

PARAMARIBO - Gillmore Hoefdraad, de gewezen minister van Financiën, die door De Nationale Assemblee (DNA) – op verzoek van procureur-generaal Roy Baidjnath-Panday – in staat van beschuldiging is gesteld, heeft dinsdag een kort geding aangespannen tegen de staat Suriname, DNA en het Openbaar Ministerie (OM). De Ware Tijd heeft de vordering in bezit. Het juridisch team – Irène Lalji, Frank Truideman en Murwin Dubois – van de ex-bewindsman zegt namens hem tegen de rechter dat het besluit van DNA om hem in staat van beschuldiging te stellen onwettig is.

Hoefdraad zal naast dit kort geding een rechtszaak aanhangig maken bij de kantonrechter. Volgens zijn advocaten heeft hij het recht en een zeer dringend spoedeisend belang dat in kort geding er al een uitspraak wordt gedaan, aangezien zijn rechten en vrijheden door het onrechtmatig genomen besluit ernstig worden aangetast. Maandag is tegen de ex-minister door het Korps Politie Suriname een intern opsporingsverzoek uitgevaardigd.

Het niet horen van een politieke ambtsdrager zou volgens de advocaten in strijd zijn met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en levert een onrechtmatig handelen op van staatsorgaan. Door hem niet te horen is het besluit van DNA nietig en mag het dus niet in stand blijven. Erger nog, de advocaten van Hoefdraad vinden dat door het nietig zijn van het DNA-besluit, geen enkel orgaan van de staat daarop een besluit mag nemen.

In het verzoek wordt verwezen naar de wet 'In staat van beschuldiging stelling politieke ambtsdragers en gewezen politieke ambtsdragers'. Op elk vordering geldt dat de persoon in kwestie moet worden gehoord. Pas wanneer de persoon in kwestie niet zou verschijnen op de hoorzitting zou DNA ontslagen kunnen worden van de hoorplicht. Er wordt er verder op gewezen dat op 23 april, bij het eerste verzoek van de pg om Hoefdraad in staat van beschuldiging te stellen, hij toen conform de wet is opgeroepen en zich ook heeft verweerd. Aangezien het parlement toen op basis van zijn verweer met een duidelijke meerderheid afwijzend heeft beslist op de vordering van de pg, geldt nu nog dat hij niet in staat van beschuldiging is gesteld. Dat besluit is genomen op basis van artikel 58 van het reglement van orde van het parlement. Met het eindbesluit zou volgens het juridisch team van Hoefdraad een einde zijn gekomen aan de vordering van de pg.

In de vordering aan de rechter wordt verder erop gewezen dat volgens artikel 59 van het Ordereglement een eenmaal genomen besluit door het parlement of ander orgaan van de staat ten aanzien van een persoon of een ambtsdrager niet kan worden teruggeroepen. Anders zouden er gewichtige redenen in 's landsbelang moeten zijn of er zouden nieuwe omstandigheden moeten zijn die bij het nemen van het besluit niet bekend waren en wellicht tot een ander oordeel zouden hebben geleid. "Immers, de rechtszekerheid noodzaakt dat er niet teruggekomen kan worden op reeds genomen besluiten en dat er niet politiek opportuun gevist mag worden als er een andere constellatie is", staat in de vordering.

Bekijkt origineel bericht ⇒

Meer actueel