14 Mei 2020
15:11Minister Mike Noersalim van Binnenlandse Zaken en de verkiezingsautoriteiten moeten het tegendeel bewijzen. Dit zegt Gilbert van Dijk, NPS-kandidaat nummer 10 in Paramaribo, in gesprek met Suriname Herald naar aanleiding van berichten die in de media zijn verschijnen rond de mogelijke verkiezingsfraude door illegalen in te zetten om op 25 mei op de NDP te stemmen.
Hij benadrukt dat niet de minister noch de verkiezingsautoriteiten hem om bewijs moeten vragen. Van Dijk zegt dat zij het tegendeel moeten bewijzen. Hij vindt dat alle mogelijkheden die op tafel gegooid worden van mogelijke verkiezingsfraude, goed moeten worden uitgedokterd. Elke regering heeft volgens de assembleekandidaat de verplichting om onze eer en geweten hoog te houden.
Hij zegt dat hij dagelijks ziet dat men in regeringskringen dit vergeet. Ook de gedragingen in het politieke veld, zijn navenant. Hij roept de regering om onmiddellijk een eind hieraan te maken, als dit werkelijk gebeurt.
“We weten tot welke partij de mensen die de stembureaus bemensen, behoren. De voorzitter van dat stembureau heeft geen enkele bevoegdheid om iemand te vragen of die werkelijk legaal of illegaal Surinamer is. De mensen mogen dan stemmen en lopen rustig weg. Dus geen haan die ernaar kraait. U weet dat er op lege percelen mensen ingeschreven staan. Dat kwam naar buiten, omdat een paar domme partijpolitieke loyalisten van de regeringspartij daar mensen gaan zoeken en dan gaan ze de buren vragen. Maar dan zeggen de buren ‘no wan sma e libi drape”, zegt de NPS’er.
Hij vindt dat de verkiezingsautoriteiten, zeker het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB), een model moeten ontwikkelen om na te gaan of de ID-kaarten en de rijbewijzen voldoende basis bieden voor mensen om zich te kunnen legitimeren en te stemmen bij de stembureaus op 25 mei.