Uitzonderingstoestand wegens COVID-19 kan een jaar duren

De regering wil toestemming van De Nationale Assemblee (DNA) om wegens de COVID-19-pandemie, een uitzonderingstoestand in te stellen die maximaal een jaar kan duren. Met een noodwet die deze week in DNA wordt behandeld, zal de regering de grondrechten van de burger inperken om zo de strijd tegen COVID-19 aan te gaan.

Suriname Herald verneemt dat ervan uit wordt gegaan dat de crisissituatie zes maanden zal duren. Indien de situatie na zes maanden niet is genormaliseerd, kan DNA de uitzonderingstoestand met nog eens zes maanden verlengen wat uiteindelijk neerkomt op een periode van 12 maanden.

Voor het kunnen instellen van een uitzonderingstoestand zullen in versneld tempo de Raamwet uitzonderingstoestand en Wet uitzonderingstoestand COVID-19 worden goedgekeurd en bekrachtigd door president Desi Bouterse. De Grondwet spreekt in de artikelen 23 en 72 van een uitzonderingstoestand, de afkondiging en beëindiging van de oorlogstoestand, de burgerlijke of militaire uitzonderingstoestand die de rechten van de burger beperken.

Volgens artikel 23 kunnen in geval van oorlog, oorlogsgevaar, staat van beleg of een andere uitzonderingstoestand of om reden van staatsveiligheid, openbare orde en goede zeden de in de Grondwet genoemde rechten bij wet worden onderworpen aan de beperkingen, welke gedurende een bepaalde periode, afhankelijk van de situatie, van kracht zullen zijn, met inachtneming van de terzake geldende internationale bepalingen.

Gedurende de uitzonderingstoestand kunnen onder andere de persoonlijke vrijheid van de burger worden ingeperkt. Het gezag kan een woning zonder rechterlijk bevel binnentreden. Ook kan het recht van vrije meningsuiting, van vreedzame vereniging en van vreedzame betoging worden ingeperkt.

De regering kan gedurende de uitzonderingstoestand gebouwen, terreinen en andere gelegenheden die niet in gebruik zijn voor bewoning, bedrijvigheid of sociale activiteiten gebruiken als quarantainefaciliteiten voor de isolatie van patiënten. Eigenaren van deze gebouwen of terreinen kunnen na beëindiging van de uitzonderingstoestand worden vergoed voor het gebruik van hun faciliteiten. De regering zal hiervoor een verklaring afgeven.

De regering meent dat deze burgerlijke uitzonderingstoestand nodig is om community spreading van COVID-19 te voorkomen. De uitbraak van COVID-19 heeft vergaande desastreuze economische gevolgen voor de wereld, dus ook voor Suriname. Ook het gezondheidsstelsel komt onder druk te staan.

De president stelt de uitzonderingstoestand per presidentieel besluit in en stelt in het verlengde daarvan een COVID-19 Crisis Managementteam in. Dit team zal worden belast met de aanpak van de specifieke uitzonderingstoestand of crisis.