Antwoord op reactie: (Hydro)energie sector

Shoeket logo

Bron: Starnieuws

12 Mei 2018 02:47

Voor mij lezen
Met genoegen heb ik de oproep van Danny Lachmon mogen vernemen. De verwachting/hoop dat er een aanzet is/zou zijn gegeven voor een kritische beschouwing van de energiesector in Suriname, in het bijzonder in toekomst perspectief, is bewaarheid.

In grote mate heeft Lachmon gelijk, zeker als het gaat om een gebrek aan visie over het weerbaar maken van Suriname m.b.t. energiezekerheid in de toekomst, in de ruimste zin, zoals door hem uiteengezet. Echter is er wel een klein misverstand te bespeuren bij Lachmon over het aangehaalde m.b.t. plaatsgebondenheid van (hernieuwbare) energieopwekking. Aan zijn betoog zou verder aangevuld kunnen worden, de transitie van de status quo naar de ideale sector (gediversifieerd en vooral geografische spreiding) welke hij beschrijft, in het bijzonder aan tijd gekoppeld. Dat bepaalt, in zekere zin, ook de plaatsgebondenheid, wat in dat kader (tijd) in feite dus een relatief begrip is. Dat is precies waar de overheid zich over moet gaan buigen, met name, een strategisch sector plan, waarbij er duidelijke doelen worden gesteld, bijvoorbeeld, een roadmap naar 70% hernieuwbare energie integratie in de energie matrix van Suriname in 2040. Dat vergt een enorme beleidsombuiging.

Wanneer het hernieuwbare energie bronnen betreft, zijn die plaats (geografie) gebonden, simpel vanwege de mate waarin deze (voldoende) rendabel en (als gevolg) kosten efficiënt geëxploiteerd kunnen worden. Ook de tijd (roadmap) speelt een belangrijke rol. Om maar een simpel voorbeeld te geven: Windenergie kan enkel in de kust streken (max 5 km landinwaarts) van Suriname op een economisch verantwoorde manier geëxploiteerd worden, zowel op grote schaal als op residentieel niveau (huishoudens), omdat wind slechts daar, in voldoende mate, wordt ontvangen van de Noord-oost passaat (tussen 5 en 30 graden Noorderbreedte). Dan komt ook nog bij kijken dat potentieel pas potentieel is, als het effectief en (kosten) efficiënt kan worden ontsloten (hetzij via transmissie of in een andere vorm als het bijvoorbeeld gaat om bio-massa of bio fuel).

Het beste is om de energie direct op de plaats waar het opgewekt wordt, aan te wenden voor productie, ontwikkeling etc. Thans is er evenveel potentie op Galibi voor windenergie in vergelijking met Nickerie, maar het is slechts voor Nickerie een strategische bron (voor de komende 10 tot 15 jaar, of zelfs langer) vanwege de aanwezige infrastructuur en potentie voor afname van de energie. Het zou nu, maar ook voor de komende jaren, niet rendabel zijn om wind energie op Galibi te ontwikkelen, vanwege de beperking van ontsluiting (veel te hoge kosten) en beperkte afname. Dit geldt dus ook voor biomassa, solar etc. Het is dus een kwestie van integraal plannen, duidend op bestemmingsplannen, gerelateerd aan de energiebehoefte en groei scenario's (toekomst perspectief), per regio. Dat is kennelijk waar Lachmon ook op duidt. In dat geval ben ik het volkomen eens met Lachmon. Maar, het vergt dan wel een bepaalde transitietijd, welke ook bepalend is voor de plaatsgebondenheid, zoals eerder aangegeven.

De schaalgrootte speelt uiteraard ook een rol. Het is een feit dat solar toepassingen op grote schaal (solarparken) voor Suriname, met de status quo, namelijk, de stand van de technologie, de huidige prijsverhoudingen (initiële investering per Mega Watt en de kosten per kilowattuur) en de intensiteit van landgebruik, totaal niet rendabel is. In het bijzonder vanwege de huidige stand van de technologie (lage rendementen vanwege het tropisch klimaat in combinatie met hoge temperaturen), in relatie tot de kosten, is solar op grote schaal nu nog niet competitief genoeg in vergelijking met de conventionele/huidige hydro-fossiele energiemix in Suriname.

De intensiteit van landgebruik, gekoppeld aan de Surinaamse omstandigheden, waarbij het gros van de residentiële gebieden zijn gelegen in de kuststreken, speelt in de zin van 'conflicterende' landgebruiken ook een zeer belangrijke rol (bijvoorbeeld de competitie met de agrosector, residentie etc.). Er zou mogelijk dus uitgeweken kunnen worden naar het zuiden (bijvoorbeeld de uitgemijnde gebieden). De plaatsgebondenheid komt hier echter weer aan de orde, alsook de mate waarin het zinvol is om te investeren in een bron dat zwaar wisselvallig (klimaatgebonden) is, met een laag rendement, waarbij ook de mate waarin deze effectief/(kosten)efficiënt kan worden ontsloten, in beschouwing genomen moet worden.

Solar op kleine (huishoudelijke) schaal biedt betere perspectieven, zeker wanneer er gedacht wordt aan een zekere mate van zelfvoorzienendheid bij huishoudens. Echter, een belangrijk aspect welke niet in onvoldoende mate wordt belicht, is policy, namelijk gericht beleid welke een belangrijke drijver/rechtvaardiging is voor de investering in hernieuwbare energie bronnen, zeker als gekeken wordt naar de huidige mate waarin deze competitief genoeg zijn in vergelijking met de conventionele/ huidige hydro-fossiele energie mix. Het ligt dus inderdaad niet alleen aan de aanname van een elektriciteitswet en de installatie van de Energie Autoriteit, zoals Lachmon betoogt, maar zeker ook aan specifiek beleid (institutionele randvoorwaarden) om de transitie te maken.

Peter Donk, MSc (Renewable Energy deskundige)
Bekijkt origineel bericht ⇒

Meer actueel