Uitspraak Kensenhuis vs Osembo voor een jaar verschoven

PARAMARIBO - De rechter heeft donderdag de uitspraak in de zaak van de vastgoedonderneming Kensenhuis NV tegen het plantagebestuur Osembo verschoven naar 20 november 2020. Aanvankelijk zou de rechter donderdag vonnis wijzen. “Er is niet gezegd waarom de uitspraak voor een jaar is uitgesteld. Dit is wel bizar”, zegt advocaat Serge Heijmans die Kensenhuis NV juridisch bijstaat.

De beslaglegging door het bedrijf op de plantage Osembo in Para blijft overeind. Kensenhuis NV heeft verkavelingsprojecten opgezet te Rijsdijk, Bernharddorp en Meursweg. Het betreft daar grond van de plantage. De rechtszaak is aangespannen door het plantagebestuur van Osembo om de beslaglegging ongedaan te maken.

Het bedrijf zal volgens directeur Robin Kensenhuis nu verder gaan met haar vanwaarde verklaring die is goedgekeurd en ook is ingediend bij de rechtbank om de schulden op de plantage op te eisen. Het gaat om een bedrag van SRD 3 miljoen, 250 duizend euro en US 17.000 dollar. Dit is volgens Kensenhuis de geldsom die geïnvesteerd is om de verkavelingsprojecten op te zetten. "Indien de schulden niet betaald worden, zal de grond van Osembo geveild worden en er geen plantage meer bestaan. Wij waarschuwen hiervoor, maar niemand wil luisteren", zegt Kensenhuis.

Hij legt uit dat in de kwestie van Osembo meer geld wordt geëist voor terreinen dan is overeengekomen. De investeringen van de klanten zijn volgens hem gewaarborgd door de beslaglegging. "De klanten gaan hun grond nooit verliezen." In Para gaat het om drieduizend klanten.

Edo Reger, voorzitter van het plantagebestuur Osembo, vraagt zich af hoe Kensenhuis op die bedragen komt. "Die verkavelingsprojecten zijn niet afgemaakt." Echter, moet volgens Reger het schuldbedrag niet geëist worden van het plantagebestuur, omdat het niet in zee is gegaan met Kensenhuis NV. "Hij deed zaken met de families Kensenhuis en Gravenbeek en hij moet bij hen het geld verhalen", stelt Reger.