Glo-toets vandaag van start gegaan

Landelijk zijn verschillende zesdeklassers vandaag gestart met de glo-toets. Ze doen in drie vakken toets, te weten hoofdrekenen, teksbegrip en aardrijkskunde. Vol zenuwen zijn de leerlingen gestart na zich maanden hierop te hebben voorbereid door met voorgaande glo-toetswerken te oefenen. De toets is een afsluitend examen van het gewoon lager onderwijs (glo), dat medebepaald op welk voortgezet onderwijs voor junioren (voj) ze terechtkomen.

Het Examenbureau heeft eerder kenbaar gemaakt dat in het kader van onderwijshervormingen het besluit is genomen om de tijdsduur van het vak hoofdrekenen te verruimen. In deze fase zal de tijdsduur met tien minuten worden verruimd voor het schooljaar 2018/2019. Volgens rapportage kunnen sommige leerlingen de items wel maken, maar lukt dat niet binnen de voorheen gestelde tijd. Door de tijdsdruk wordt een deel van de toets dan onnauwkeurig gemaakt met alle gevolgen van dien. Dit euvel wenst het Examenbureau op deze wijze op te vangen. Intern zal worden nagegaan welke invloed deze tijdsverruiming voor het vak hoofdrekenen heeft op de resultaten. De hoofdrekentoets werd vandaag afgenomen van 10:00 tot 10:50 uur. Het aantal items van dertig is ongewijzigd gebleven.

Vorig schooljaar hebben 10.805 leeerlingen deelgenomen aan het glo-examen en daarvan zijn 5.690 geslaagd (52,66 procent) voor het mulo, 376 voor het lbo (5,48 procent), 2.174 zijn afgewezen (20,12 procent) en bij 1.973 (18,26 procent) ging het om een schooladvies.

De examenkandidaten van het basisonderwijs kunnen slagen voor twee schooltypen op voj-niveau: mulo of lbo. Het meer uitgebreid lager onderwijs (mulo) biedt aan het eind verdere studiemogelijkheden op vos-niveau, soms na een toelatingsexamen. Het lager beroepsonderwijs (lbo) bestaat uit technische- en dienstverlenende studierichtingen. Het lbo is verder onderverdeeld in drie niveaus namelijk: lbo A, lbo B en lbo C. Het lbo heeft als doel om de leerlingen opleiden tot assistent beroepsbeoefenaar in de gekozen studierichting met voldoende beroepsvormende vakken en voldoende algemeen vormende vakken, zodat de afgestudeerden zich in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) verder kunnen ontplooien.

Vishmohanie Thomas