HET BLIJKT JARENLANG een financiële janboel te zijn geweest bij de Regionale Gezondheidsdienst (RGD), zo is geconstateerd door Orion Assurance & Advisory. Het bedrijf heeft in opdracht van het ministerie van Financiën de gang van zaken bij de stichting tussen januari 2012 en juni 2018 onderzocht. Wat naar voren is gekomen, is niet mals. Loonbelasting en premies zijn jarenlang ingehouden op de salarissen, maar nimmer afgedragen. Tussen 2011 en 2015, toen Maaltie Sardjoe directeur was, is een kleine SRD 1 miljoen niet verantwoord ten aanzien van het inmiddels gestopte project babyvoeding.
Bij de bouw van nieuwe gezondheidscentra is financieel ook niet alles volgens de regels gegaan. Er is zo'n 35 procent meer uitgegeven dan begroot, processen werden niet volgens de regels doorlopen en een deel van de administratie is niet voorhanden. De directeur (Edwin Noordzee, opvolger van Sardjoe) zou desondanks zijn goedkeuring hebben gegeven voor bepaalde miljoenenuitgaven. De administratie van de afdeling Laboratoriumdiensten vertoont eveneens hiaten, waardoor bepaalde forse uitgaven niet verantwoord kunnen worden. Daarnaast is geconstateerd dat staf- en bestuursleden zichzelf benoemden in commissies en daar flink voor werden beloond.
Als alles waar is wat in het rapport staat, dan mag dat niet zonder gevolgen blijven en zullen de verantwoordelijken mogelijk zelfs strafrechtelijk moeten worden vervolgd. Echter, de ervaring leert dat zulke zwartboeken meestal in de la verdwijnen (zoals de Clad-rapporten over de misstanden rond onder meer Carifesta en de Naschoolse Opvang) en zij die zich schuldig hebben gemaakt aan malversaties met hun goedgevulde zakken vrijuit gaan.
Ook het verantwoordelijke ministerie van Volksgezondheid moet de hand in eigen boezem steken. Kennelijk is van daaruit de controle zo slecht, dat directie en bestuur ongestoord door konden blijven rommelen. Het is bovendien pijnlijk dat al deze feiten aan het licht zijn gekomen bij een organisatie waarvan het personeel de afgelopen jaren regelmatig uit ontevredenheid het werk heeft neergelegd, omdat de financiële rek er helemaal uit was.
Salarissen werden te laat betaald en als gevolg van het gebrek aan noodzakelijk materiaal werd er onder moeilijke omstandigheden gewerkt. Naar nu blijkt had dat voorkomen kunnen worden. Maar de verleiding om er zelf beter van te worden voor directie en bestuur was kennelijk te groot. Dat dit ten koste is gegaan van het personeel en RGD-cliënten, is ongehoord.