Vordering tegen Orde van Advocaten afgewezen

PARAMARIBO - De vordering tegen de Surinaamse Orde van Advocaten om de verkiezing van Samantha Gadjradj als deken van de organisatie ongeldig te verklaren is dinsdag door de kortgedingrechter afgewezen. Advocaat Gerold Sewcharan had de rechter gevraagd de uitslag van de verkiezing te schorsen omdat Gadjradj behalve de Surinaamse ook de Nederlandse nationaliteit heeft.

Sewcharan is van mening dat de deken uitsluitend de Surinaamse nationaliteit moet hebben. Volgens kortgedingrechter Alida Johanns is niet gebleken dat de wetgever heeft bedoeld, dat de bestuursleden en de deken van de advocatenorganisatie uitsluitend de Surinaamse nationaliteit dienen te hebben.

Het bestuur van de Orde van Advocaten werd in deze zaak verdedigd door de advocaten Gaetano Best en Rani Sohansing. Best vindt de uitspraak opmerkelijk, in die zin dat er voor het eerst een rechterlijk vonnis is waarin wordt vastgesteld dat personen die naast de Surinaamse ook een vreemde nationaliteit hebben niet automatisch uitgesloten moeten worden voor het bekleden van bepaalde functies.

"Dit is een buitengewone uitspraak, omdat de kwestie van dubbele nationaliteit heel gevoelig is. Deze uitspraak heeft mogelijk verstrekkende gevolgen naar misschien zelfs de politiek", zegt Best. Hij verwijst daarbij naar de perikelen enkele jaren geleden toen Rabin Parmessar als presidentskandidaat werd voorgedragen door de NDP. Parmessar had destijds zowel de Surinaamse als Nederlandse nationaliteit. Zijn politieke tegenstanders voerden aan dat voor het presidentschap de kandidaat uitsluitend de Surinaamse nationaliteit moet hebben.

Maar volgens bestuurskundige Eugene van der San zal de uitspraak  geen enkele implicatie hebben naar de politiek toe. Ook hij neemt de zaak-Parmessar als voorbeeld. "Men had moeten bewijzen dat hij toen alleen de Nederlandse nationaliteit had, maar dat kon men niet omdat Parmessar wel de Surinaamse nationaliteit had en zo dus wel voldeed aan de voorwaarde om kandidaat te zijn", zegt Van der San.

De Grondwet is duidelijk, vindt hij. "Een kandidaat moet de Surinaamse nationaliteit hebben. De wet zegt niet dat je daarnaast geen andere mag hebben. Zo lang je de Surinaamse nationaliteit hebt voldoe je aan de wettelijke vereiste", zegt de deskundige.

Hij voegt eraan toe, dat in Guyana bijvoorbeeld het bij wet uitdrukkelijk is verboden dat personen die de Guyanese en een andere nationaliteit hebben politieke functies zoals het presidentschap of lidmaatschap van het parlement bekleden.

Wat de bestuurskundige betreft hoeft de Grondwet niet gewijzigd te worden zodat Surinamers met een tweede nationaliteit uitgesloten worden van het presidentschap of andere belangrijke politieke functies. "Je hoeft niemand uit te sluiten. Waarom zou je iemand die uitermate geschikt is voor de functie moeten uitsluiten omdat die ook een andere nationaliteit heeft", meent Van der San.