Honduras: Leger ingezet tegen onrust

Honduras heeft het leger in het hele land ingezet nadat gewelddadige anti-regeringsprotesten twee levens hebben geëist. In de hoofdstad Tegucigalpa werden winkels  geplunderd en overheidsgebouwen aangevallen. Sommige wegen werden geblokkeerd met barricades en brandende banden.

Protesten tegen president Juan Orlando Hernández hebben zich de afgelopen weken opgebouwd, onder impuls van voorgestelde onderwijs- en gezondheidshervormingen. De conservatieve leider wordt er ook van beschuldigd van dat hij steeds autoritairder wordt.

De president, die geniet van de sterke steun van de Amerikaanse regering, werd in 2017 herkozen na het wijzigen van de grondwet om voor een tweede termijn van vier jaar te gaan. Tegenstanders en internationale waarnemers hebben de verkiezing zwaar bekritiseerd.

Duizenden mensen zijn de afgelopen jaren uit Honduras - evenals de buurlanden El Salvador en Guatemala - naar de VS gevlucht vanwege geweld en economische instabiliteit.

President Hernández zei in het presidentiële paleis na een ontmoeting met hoge veiligheidsfunctionarissen dat het leger en de militaire politie wegen open zouden houden en het privébezit en het publiek zouden beschermen. Minstens 17 mensen hebben kogelwonden door het geweld. Twee van hen zijn overleden in het Universitair Ziekenhuis van de HEU in Tegucigalpa, laat een woordvoerster van het ziekenhuis weten.

Het persbureau Efe meldt dat verschillende mensen zijn aangehouden. Er was woensdagavond grote onrust, nadat leden van de oproerpolitie zich naar hun onderkomen terugtrokken om de regering onder druk te zetten voor betere uitkeringen.

De protesten gingen door op donderdag, zelfs na de aankondiging van een deal tussen de regering en vrachtwagenchauffeurs, wier stakingen voor hogere tarieven voor het transporteren van vracht, de brandstofdistributie hadden beïnvloed.

De woede heeft zich de afgelopen weken opgebouwd door voorstellen om de ministeries van onderwijs en gezondheid te herstructureren. Tegenstanders zeggen dat de veranderingen de eerste stap zijn naar privatisering van onderwijs en gezondheidsdiensten.

De regering ontkent dat de hervorming zal leiden tot privatisering en ontslagen, en zegt dat de veranderingen een besparing van meer dan US$ 300 miljoen zullen opleveren, die zal worden geïnvesteerd in basisonderwijs, de bouw van twee ziekenhuizen en de verbetering van de neonatale zorg.