Nikos-opiniepeiling: financiële situatie burgers Wanica slechter geworden

Volgens een opiniepeiling van Instituut voor Kader Ontwikkeling in Suriname (Nikos) vindt 79 procent van de burgers in Wanica dat haar financiële situatie het afgelopen jaar slechter geworden. Daarentegen vond 7 procent dat haar eigen situatie juist beter was geworden, terwijl het volgens 14 procent hetzelfde was gebleven. Dit was het antwoord op de vraag “Indien u uw eigen financiële en andere omstandigheden vergelijkt met een jaar geleden, is het dan beter of slechter geworden of hetzelfde gebleven?”

In maart 2015 vond 26 procent van de burgers dat haar financiële situatie beter was geworden en 33 procent dat het slechter was geworden, terwijl het volgens 41 procent hetzelfde was gebleven. Uit deze cijfers blijkt dat de eigen situatie in mei 2019 volgens de burgers dus was verslechterd. Dit is weer terug te voeren tot de vele klachten over koersstijgingen en prijsstijgingen, dus een verminderde koopkracht.

De burgers werd de volgende uitspraak voorgehouden: “De regering zal de economische situatie binnen een jaar verbeteren”. Hierbij kon men aangeven of men het wel of niet met de uitspraak eens was of dat het moeilijk aan te geven is. De meeste mensen (82 procent) was het niet eens met deze uitspraak en heeft er dus geen vertrouwen in dat de regering de economie binnen een jaar zal doen verbeteren. Slechts 10 procent denkt dat de regering er wel in zal slagen, terwijl 8 procent het niet kon aangeven.

Tegen deze achtergrond is het niet verwonderlijk dat 71 procent van de kiezers in Wanica vindt dat Suriname in zijn algemeenheid achteruit is gegaan. Daarentegen vindt 15 procent dat het land juist vooruit is gegaan, terwijl 14 procent vindt dat het land stil staat.

Werkgelegenheid en ontwikkeling
Om de meningen van de burgers over het bedrijfsleven, de vakbeweging, werkgelegenheid en ontwikkeling te peilen werd hen een aantal uitspraken voorgehouden. Om te beginnen was 83 procent het eens met de uitspraak: “Er wordt niet genoeg naar deskundigen geluisterd in Suriname”. Deze uitspraak sloeg niet op de overheid of de politiek, maar had een algemeen karakter. Het antwoord geeft echter aan dat de perceptie bij de burgers leeft dat degenen die het voor het zeggen hebben in onze samenleving deskundigheid niet primair stellen.

Misschien is het echter zo dat de deskundigen te weinig van zich laten horen. In dit kader werd de stelling geponeerd: “De Vereniging Surinaams Bedrijfsleven en andere werkgeversorganisaties moeten hun stem vaker laten horen”. Een overgrote meerderheid van de burgers (91 procent) was het hiermee eens, wat dus tevens kan betekenen dat de VSB en anderen hun stem te weinig laten horen. Uit dit resultaat kunnen andere organisaties, zoals de Vereniging van Economisten in Suriname, ook inspiratie putten, want de burgers waarderen dat kennelijk.

In de peiling werd gevraagd of er personen in het huis waren die niet naar school gingen en naar werk zochten. Uit de antwoorden werd opgemaakt dat in 19 procent van de huizen er tenminste 1 persoon was die naar werk zocht. Dit kan niet gezien worden als het officiële werkloosheidscijfer, want dat vergt een nauwkeurigere meting, maar wel als een indicatie daarvan.

Bij 31 procent van de huizen waar Marrons woonden bleek er tenminste 1 persoon naar werk te zoeken. Bij Creolen was dat 24 procent, bij Hindostanen 17 procent, bij gemengden 15 procent en bij Javanen 13 procent. Er is in ieder geval meer werkgelegenheid nodig. In dit kader was 89 procent van de burgers het eens met de uitspraak: “Je krijgt alleen meer werkgelegenheid wanneer je het bedrijfsleven meer ruimte geeft om te produceren”. Daarnaast was 79 procent het eens met de uitspraak: “De vakbeweging komt niet voldoende op voor de werklozen”. Iemand merkte op dat de vakbeweging voor de werkenden op moeten komen in plaats van de werklozen. Dat is uiteraard correct, maar om werkgelegenheid te scheppen zou je als vakbeweging ook voor de werklozen op moeten komen.

Met de uitspraak: “De ontwikkeling van het land moet meer gedragen worden door het bedrijfsleven en minder door de overheid” was 61 procent van de burgers in Wanica het eens. Daarentegen was 19 procent het er niet mee eens, terwijl 20 procent het moeilijk vond om aan te geven. In het denken over ontwikkeling zijn er inderdaad verschillende stromingen, maar in het algemeen wordt toch wel een belangrijke rol aan het bedrijfsleven toegekend en dat vindt de meerderheid van de bewoners van Wanica dus ook.

Vertrouwen in instituten
Evenals bij de peiling in Paramaribo werd een aantal vragen gesteld in welke mate men vertrouwen heeft in bepaalde instituten en organisaties. Daarbij heeft Nikos een paar instituten gehandhaafd en anderen erbij gedaan. Nikos veronderstelt dat de bevolking van Paramaribo en Wanica niet heel veel verschillen qua opvattingen over dit soort zaken, zodat de uitkomsten ook vergeleken kunnen worden.

Het bedrijfsleven, de banken en de kranten krijgen het meeste vertrouwen (bijna 60 procent) van de burgers van Wanica. De politie zit op 53 procent, de vakbeweging op 43 procent en in Facebook heeft 40 procent ‘heel veel’ tot ‘een beetje’ vertrouwen. Wanneer dit wordt vergeleken met de uitkomsten van Paramaribo dan blijkt dat de politie nu iets lager scoort (van 58 naar 53 procent), hetgeen te maken kan hebben met de recente misdragingen van een aantal voetballende leden van het politiekorps.

In Paramaribo had slechts 25 procent van de burgers nog voldoende vertrouwen in de regering en in Wanica bleef het steken op 25 procent. Ondanks de perikelen bij de Surinaamse Postspaarbank en andere bancaire issues bleek 59 procent van de burgers nog voldoende vertrouwen te hebben in de banken. Dat is veel meer dan de 40 procent in Paramaribo die in april ‘heel veel’ tot ‘een beetje’ vertrouwen in de Centrale Bank had. In Paramaribo had 61 procent voldoende vertrouwen in de media. Deze keer is het begrip media wat concreter gemaakt door de kranten te noemen, waar 57 procent van de burgers van Wanica nog voldoende vertrouwen in heeft.

Nikos heeft in de periode van 17 tot en met 23 mei een opiniepeiling onder 1008 burgers in Wanica gedaan.