COMMENTAAR: Geen prestaties

HEEFT DEAN GORRÉ gefaald als bondscoach of ligt de fout bij de Surinaamse Voetbalbond (SVB) dan wel bij de lokale coaches die de Surinaamse voetballers opleiden? In de laatste vier jaren heeft de SVB de Nederlandse oud-profvoetballer van Surinaamse komaf al twee keren als bondscoach aangesteld. Hij heeft echter in geen van de twee periodes de doelstellingen kunnen behalen terwijl de SVB, anders van voor voorgaande coaches, voor Gorré veel voorwaarden heeft geschapen.

De SVB heeft de voorgaande coaches steeds voorgehouden niet over financiële middelen te beschikken om de nationale selectie op wedstrijden of toernooien voor te bereiden. Daarentegen spaarde de voetbalbond tijdens de periodes Gorré geld noch moeite om de selecties te trainen. Toch heeft Gorré nog geen prestaties kunnen neerzetten.

In zijn eerste periode werd Suriname al vroeg uitgeschakeld tijdens de kwalificatiewedstrijden voor het Wereldkampioenschap van 2018 in Rusland. Toch werd Gorré voor de tweede keer aangesteld. Zijn taak was nu om Suriname te kwalificeren voor de Gold Cup. Ook deze keer kon de bondscoach zijn taak niet volbrengen. Tot grote verbazing werd hij ook de eindverantwoordelijke bij de nationale selectie onder 17 jaar. Dit terwijl er gekwalificeerde coaches in deze klasse zijn, die het zeker beter zouden doen.

De Nederlander klaagde over het selectiebeleid, maar had dit vooraf moeten weten. Bij de jeugd moet een technische staf staan die in deze klasse werkt en wekelijks de voetballers aan het werk ziet. Zo alleen kunnen we de beste spelers in deze klasse selecteren. Een coach uit de jeugd aanstellen bij de jeugdselecties is ook een bekroning en stimulans voor de coaches. Ook voor hen moeten er doorgroeimogelijkheden zijn.

Als bondscoach moet Gorré gewoon de seniorenselectie onder zijn hoede hebben en van daaruit zijn korte- en langetermijnbeleid uitzetten naar de overige selecties. Ook moet hij samen met de technisch directeur beleid uitzetten en samen met de SVB een samenwerking aangaan met de jeugdploegen. Er moet een plan komen waarbij er duidelijk is vastgesteld welke punten er per categorie moeten worden ontwikkeld.

Voorts dient de SVB te zorgen voor trainings- en leermateriaal voor de jeugdploegen. Er moeten speciale fondsen komen waaruit jeugdploegen kunnen putten. Het is namelijk een gegeven dat de Surinaamse fondsen alleen aan de senioren aandacht schenken. Er moet ook voor kader worden gezorgd bij de jeugdploegen. Vooral in de onderbouw. Alleen zo kunnen wij stappen vooruit maken. De SVB zal dan alleen personen met een goed trackrecord als bondscoach moeten aanstellen.