KEVINS KIJK / Kevin Headley
Op zijn BMX met weggevaagde lak en nog net werkende remmen leerde buurjongen Andy mij fietsen. Ik hoor hem nog roepen: “trap, trap!”, nadat hij mij het eerste zetje had gegeven en ik waggelend, met alle macht, probeerde vooruit te komen. Ik viel ontelbare keren, maar Andy had geduld. Langzaam lukte het mij om steeds langer op de fiets te zitten, tot het op een gegeven moment vlot ging. Op het trottoir voor het huis van mijn grootouders maakte ik veel rondjes.
Clifton leerde mij om mijn autobatterij te verwisselen toen die een keer op straat helemaal leeg was. Ik weet niet waar hij was toen ik hem belde om hulp, maar al snel was hij er om de diagnose te stellen: de batterij was dood. We kochten samen een nieuwe en hij hielp me met het vervangen. Ik kocht ook nog een passende steeksleutel, zodat ik het voortaan zelf zou kunnen doen.
“Ik heb een mooi moment met mijn vader gehad. Naarmate ik ouder word, krijgt dat moment steeds meer gewicht”
Ed maakte haast altijd een broodje kaas voor me, met een glas appelsap, als ik bij hem en Jessica in Amsterdam op bezoek was. Enthousiast luisterde hij naar mijn verhalen en vroeg nieuwsgierig door naar hoe ik me bij al die dingen voelde. Af en toe maakte hij een grapje. Maar het gevoel dat iemand echt interesse had in wat ik allemaal meemaakte tijdens mijn werk, vond ik fijn.
Een paar voorbeelden van aspecten van vaderschap, onbewust ingevuld door vrienden. Ik heb zeker een vader gemist in mijn leven, maar zijn lijst van taken werd door anderen ingevuld. Daar stond ik ook bij stil tijdens zijn begrafenis. Natuurlijk had ik een vader gewenst die aanwezig en beschikbaar was om mij te helpen als ik ergens mee zat. Helaas, die was er niet. Maar de steun die ik van anderen kreeg, is van onschatbare waarde geweest.
Het is makkelijk om te vertellen wat ik allemaal heb gemist. Ik heb weinig goede herinneringen aan mijn vader, maar bij één herinnering sta ik om de zoveel tijd stil. Hij kwam me ophalen om te gaan zwemmen bij Torarica. Ik moet jonger dan acht zijn geweest, want ik zwom nog met zwembandjes.
In mijn beleving was ik uren in het water, terwijl hij aan de kant toekeek. In mijn herinnering trots, met een lach. Op een gegeven moment riep hij me om me af te drogen en gaf me een ijsje, ‘zo hoog als de toren van Financiën’. En ik at het heel langzaam op. Ik was vol, moe, maar gelukkig.
Ik kan me niet meer herinneren hoe vaak we dit hebben gedaan. In mijn hoofd misschien wel honderd keer, maar in werkelijkheid is het misschien maar één keer. Maar ik heb een mooi moment met mijn vader gehad. Naarmate ik ouder word, krijgt dat moment steeds meer gewicht. Er zijn niet veel dagen, misschien twee per jaar, dat ik me afvraag hoe het zou zijn geweest als hij er vaker was geweest en we vader-en-zoon-gesprekken hadden gevoerd. Over het leven, over fouten maken, over klussen. Maar dan ben ik blij dat ik minstens één goede herinnering heb.