Tweede deelonderzoek spraakmakende rechtszaak-SPSB begonnen

door Wilfred Leeuwin

PARAMARIBO — Justitie heeft dinsdag een begin gemaakt met het tweede deelonderzoek naar gepleegde corruptieve handelingen in de geruchtmakende rechtszaak van de Surinaamse Postspaarbank (SPSB). Hoewel de inhoudelijke behandeling pas op 30 mei begint, was het dinsdag meteen een confrontatie tussen officier Roline Gravenbeek van het Openbaar Ministerie (OM) en advocaat Chandra Algoe, raadsvrouw van Anwar Hassankhan.

Hij is de eerste van de zestien verdachten die in deze tweede fase in verzekering is gesteld en in voorarrest wordt gehouden. Rechter Ishwarpersad Sonai ging voorbij aan de bezwaren van Algoe en schaarde zich achter de mening van de officier dat het voorarrest van Hassankhan niet kan worden opgeschort, omdat er sprake is van een geschokte rechtsorde en het risico dat de verdachte op de vlucht slaat niet kan worden genomen.

Veel verdachten afwezig

Bij aanvang van het tweede deelonderzoek zijn verschillende van de zestien verdachten die in beeld zijn gebracht, gedagvaard om voor de rechter te verschijnen. Alleen Ginmardo Kromosoeto en Hassankhan, die vanuit hun detentie werden aangevoerd, en twee andere verdachten, die niet in voorarrest worden gehouden, verschenen dinsdag.

Vier verdachten, onder wie het gewezen SPSB-directielid Wantley Sardjo, die ook waren opgeroepen zijn niet verschenen, omdat zij in het buitenland wonen. Hun zaak zal met een gemachtigde advocaat bij verstek worden behandeld. Sonai zei dinsdag dat de rechtbank enkele bezwaarschiften heeft ontvangen van personen die als verdachten zijn aangemerkt.

Felle betogen

In felle betogen hebben Algoe en Gravenbeek elkaar bestreden over de aanhouding van Hassankhan. Algoe vond dat haar cliënt ten onrechte langer wordt vastgehouden en vroeg de rechter zijn voorarrest onmiddellijk op te schorten. Volgens haar heeft het OM niet de juiste procedure gevolgd om Hassankhan langer dan de periode van zeven dagen waar de inverzekeringstelling geldt vast te houden.

Het steekt de raadsvrouw dat Hassankhan, pas na het afsluiten van het gerechtelijk vooronderzoek, in voorarrest werd genomen. Hij zou, volgens haar, alle medewerking hebben verleend bij dat onderzoek. Op basis daarvan vond de advocaat dat er geen enkele reden aanwezig is om het voorarrest voort te zetten.

Echter, Sonai en Gravenbeek waren van mening dat het gerechtelijk vooronderzoek wel mag zijn afgesloten, maar dat het onderzoek ’ter rechtszitting’ inhoudelijk nog moet beginnen. De rechter en officier stelden beiden dat Hassankhan veel heeft te verantwoorden.

Hij is ambtenaar van beroep en is projectmanager geweest van het Fonds Woningbouw Lagere Inkomens (FWLI). Door die hoedanigheid zou hij met medeweten en medewerking miljoenen Surinaamse dollars hebben gekregen, die bestemd waren voor het fonds. De rechter verwijt hem ambtsmisbruik, benadeling van de staat, het fonds en andere instellingen, maar ook van het verkrijgen van wederrechtelijk voordeel uit deze gelden.