De opening van het Centraal Resocialisatiecentrum aan de Welgedacht A is een belangrijke stap in de verbetering van het gevangeniswezen. Ook de resocialisatie van gedetineerden krijgt hiermee nieuwe impulsen. Het nieuwe centrum wordt het coördinatiepunt voor programma’s die gedetineerden voorbereiden op hun terugkeer naar de samenleving. Daarmee krijgt resocialisatie in een structurele invulling.
Minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie (Juspol) verrichtte maandag de openingshandeling van het centrum. Hij deed dit samen met Joyce Pane-Alfaisi, hoofd van het Korps Penitentiaire Ambtenaren (KPA), en Toon Molleman, divisiedirecteur Gevangeniswezen en Vreemdelingenbewaring van het Nederlandse ministerie van Justitie en Veiligheid. Na de opening vond in het Lalla Rookhgebouw een symposium plaats over de “noodzaak van resocialisatie binnen de gevangenissen.”
Dit symposium sloot een samenwerkingsproject tussen Suriname en Nederland af, gefinancierd via het Makandra-fonds. Binnen het project lag de nadruk op de professionalisering van penitentiaire ambtenaren en op betere begeleiding van gedetineerden richting re-integratie.
In zijn toespraak onderstreepte minister Amoksi het belang van resocialisatie. “Je zet mensen niet in het gevang om ze daar te laten. We bieden hen een traject waarbij ze vaardigheden en begeleiding krijgen om succesvol te re-integreren in de gemeenschap,” stelde hij. Het centrum zal onder meer stageplaatsen, financiële cursussen, woedebeheersingstrainingen en psychologische begeleiding coördineren.
De minister wees erop dat resocialisatie meer omvat dan het aanbieden van programma’s. “Wanneer je iemand resocialiseert, moet je een gebalanceerd pakket aanbieden dat gericht is op persoonlijke problemen en obstakels,” zei hij. Volgens Amoksi is samenwerking met bedrijven, maatschappelijke organisaties en de samenleving cruciaal om ex-gedetineerden een echte kans te geven.
Een belangrijk aspect van het project was de samenwerking met de Penitentiaire Inrichting Lelystad in Nederland. Via trainingen en kennisuitwisseling zijn Surinaamse penitentiaire ambtenaren beter toegerust om gedetineerden effectief te begeleiden.
Hoewel het Makandra-project formeel is afgerond, benadrukte minister Amoksi het belang van het voortzetten van de samenwerking met Nederland. “De verdere ontwikkeling van het Surinaamse resocialisatiebeleid vereist een gezamenlijke inspanning,” aldus de bewindsman.
Tijdens het symposium kwam ook de maatschappelijke uitdaging voor ex-gedetineerden aan bod. Minister Amoksi wees op de hardnekkige stigma’s waarmee zij te maken krijgen, zoals moeite om werk, huisvesting of sociale acceptatie te vinden. Een open houding vanuit de samenleving is volgens hem essentieel om deze mensen een eerlijke kans op een nieuw leven te geven.
Het Nationaal Resocialisatieplan 2025 zet in op een integrale aanpak, waarbij overheid, particuliere instellingen en NGO’s samen werken aan de re-integratie van gedetineerden. Hierbij wordt gedetineerden ook zelf verantwoordelijkheid toebedeeld in hun resocialisatietraject.
Minister Amoksi sprak tenslotte zijn waardering uit voor de rol van het KPA. “Het Korps Penitentiaire Ambtenaren heeft de verplichting om elke gedetineerde te blijven stimuleren in het proces van resocialisatie,” zei hij, en prees daarbij de al gezette stappen, waaronder het aanbieden van therapieën en gerichte programma’s.