“Als over de afgelopen vier tot vijf jaar onderzoek op de lagere scholen wordt gedaan, zal blijken dat het vak lichamelijke opvoeding mank gaat. Er is een tekort aan leraren en faciliteiten. Dat is in kringen van de leraren ook bevestigd.” Tot deze conclusie komt de voorzitter van de Surinaamse Basketballassociatie (SBA), Conrad Issa, in gesprek met de Ware Tijd.
Tekst Stan Herewood
Beeld Terence Oosterwolde
Hij benadrukt het belang om vooral op school serieus aandacht te schenken aan lichamelijke opvoeding. “Het is niet zo moeilijk om het curriculum aan te passen zoals het vroeger was”, meent hij. “Om een oordeel te geven over hoe de sportontwikkeling anders zou moeten zijn vanuit de overheid moet terug worden gegaan naar de basis. Wat onze sport kapot heeft gemaakt, is dat geld, bestemd voor sport, een andere bestemming krijgt en de sport er bekaaid van af komt.”
“Om te zeggen ‘ik ga bestuurders en coaches betalen en accommodatie huren’ … dat alleen gaat niet helpen”
Issa is bezorgd over wat hij de afgelopen vijftien jaar heeft meegemaakt met projecten op het kabinet van opeenvolgende presidenten. Hij heeft geen langetermijnvisie gezien, maar slechts korte termijn activiteiten. Daarom zegt hij “ga terug naar de scholen, de buurten en de bonden, waar het proces van talent ontdekken en ontwikkeling kan gedijen”.
Hij concludeert dat geen enkel ministerie of directoraat van Sport in de afgelopen jaren ontwikkeling heeft weten te brengen. Geld dat op de begroting wordt opgebracht, is niet altijd voor dit doel gebruikt. Aan de andere kant vindt hij dat bonden of verenigingen die geld van de overheid krijgen verantwoording moeten afleggen over de besteding.
(lees verder onder de foto)

Gelden rationeel verdelen
Issa pleit ervoor dat sportorganisaties die geld vragen of krijgen verplicht moeten worden om een begroting en/of jaarplan bij hun aanvraag in te dienen, waarbij duidelijk prioriteiten worden gesteld. Hij is er voorstander van dat er onderscheid wordt gemaakt tussen bonden die hardwerken en andere die niet presteren en wil dat zwakke bonden die zich willen inzetten capaciteitsversterking krijgen.
De SBA-voorzitter zegt te weten van grote showprojecten vanuit de overheid met een kortstondig karakter. De grote bedragen die daaraan worden bested, zouden effectiever en efficiënter kunnen worden besteed, bijvoorbeeld door bonden intern te upgraden.
Hij vindt dat de Schoolsport Federatie Suriname, die zich hoofdzakelijk richt op organisatie van en deelname aan de Inter-Guyanese spelen en Consude Games een breder vlak moet bestrijken. “Op de Consude Games krijgen we pakslaag. Als we vooraf weten dat we niet opgewassen zijn tegen de Zuid-Amerikaanse landen, kanaliseer het geld naar de scholen en stop alle inspanning in het opvijzelen van het niveau.”
Geld uitgeven onder gelijkblijvende omstandigheden met een grote achterstand, biedt volgens hem geen soelaas. De verdeelsleutel van beschikbaarstelling van gelden door de overheid moet daarom rationeler gebeuren.
Organisatorisch probleem
Als voorzitter van de SBA wil Issa sterk investeren in de jeugd. Hij ziet duidelijk vergrijzing bij basketball en is niet tevreden over het aantal verenigingen dat zich inschrijft voor de hoofdklasse. Al twee jaar zijn er weinig inschrijvingen. “Er wordt een samensmelting gemaakt met de eerste klasse, waardoor je minder aantrekkelijke wedstrijden hebt in de voorronde en dan komen dezelfde ploegen weer aan zet in die finaleronde en de play-off wordt dan spannend. Die achteruitgang, in de dames en heren hoofdklasse, is zorgelijk. De vergrijzing dient zich aan. We kijken daarom nu naar de coaching om een snelle inhaalslag te maken.”
Op de vraag binnen welke periode ombuiging van het proces van vergrijzing, naar groei en ontwikkeling binnen de jeugd merkbaar zal zijn antwoordt Issa: “Het rendement hangt af van praten met de clubs om de meisjes niet te laten stoppen vóór hun twintigste. De vruchten bij de jongens zouden wij binnen twee of drie jaar kunnen zien.” Hij geeft toe dat de SBA moeite heeft om basketbal voor vrouwen boven negentien jaar te ontwikkelen.
(lees verder onder de foto)

2025 is binnen zijn organisatie uitgeroepen tot ‘jaar van coaching’. “We gaan focussen op een grotere en bredere vorm van coaching. In juni komt de eerste Nederlandse basketbalmissie om coaches opleidingen te verzorgen aan veertig tot tachtig personen en verfrissingscursussen aan al actieve coaches te geven. We zijn vorig jaar vanaf de basis begonnen. De focus ligt op jeugdbasketballers, om die nieuwe generatie klaar te stomen. Dat is onze strategie om de basketbalsport in Suriname levend en boeiend te houden. De focuspunten zijn dus coaching om ervoor te zorgen dat we de komende vijf jaar meer jongens en meisjes hebben op een hoger niveau.”
Op de vraag of is doorgerekend wat realisatie van de plannen met de jeugd de SBA gaat kosten, stelt Issa dat sommige mensen het hem kwalijk zullen nemen als hij zegt “als ondernemer heb ik bewijs dat alle bonden in Suriname genoeg budget hebben”. Hij ergert zich aan het voortdurende klagen over gebrek aan geld voor sport en meent dat niet de geldproblematiek de grootste belemmering is voor de sportontwikkeling is. Het is maar meer dan dat.
Issa: “De organisatie binnen de meeste bonden is niet 100 procent. Vanaf 2013 ben ik actief binnen de basketbalassociatie. Wij kunnen niet groeien als de lidverenigingen verpauperen. Het ligt voor een deel aan de verslechterde economische situatie in het land, maar toch wil ik 100 procent zeggen dat ondanks dit, de mensen veel minder hebben gedaan om hun organisatie op orde te brengen.”
Het probleem van groei is volgens hem een organisatorische aangelegenheid. Het is een groter probleem om de plannen en budgetten te schrijven en te onderbouwen, dan over het geld te beschikken. “Ik zie er wel tegen op geld te geven om naar internationale evenementen te gaan zonder een gedegen voorbereiding.”
Geld beschikbaar willen hebben, zonder aan de voorwaarden te voldoen, vindt hij niet correct. “Organisatorisch moet dus de capaciteitsopbouw worden bijgesteld en versterkt en men moet zich niet alleen blindstaren op geld. De succesformule voor de lidverenigingen is bekend: ouderparticipatie, in stand houden van buurtverenigingen en het stimuleren van spelers.” Financiële perikelen ziet hij meer als een excuus, in plaats van resoluut op te staan en het werk te doen.
Inhaalslag
Issa heeft alle informatie van de Surinaamse Voetbalbond (SVB) over de versnelde procedure om diasporaspelers te incorporeren in een nationaal team ingewonnen. “We weten wat we moeten doen. De SBA is nog niet toe aan het professionele gedeelte. Ik ben geen tegenstander van diaspora, maar zie de ontwikkeling van basketbal in de eerste plaats bij de jeugd in de kleine regio’s als Suriname, met de nadruk op 3×3 basketbal.” Hij concludeert dat de organisatie van basketbal in de regio niet goed loopt. “Als wij voor diaspora kiezen, wordt het niet naar het model van voetbal. Onze focus ligt op de jeugd.”
Een tegenvaller is dat vrijwilligerswerk achteruitgaat. De meeste mensen willen een vergoeding voor hun verdiensten. De kwestie van betalen van bestuursleden hangt volgens hem af van clubliefde en betrokkenheid met de buurt, in combinatie met een goede sponsor. “Maar om te zeggen ‘ik ga bestuurders en coaches betalen en accommodatie huren alleen, gaat niet helpen’.”
Door tussenkomst van Olympic Solidarity en het Surinaams Olympisch Comité krijgen coaches die aan de ontwikkeling meewerken een vergoeding. De SBA is hiermee al twee jaar bezig. Deze stappen moeten helpen om de menselijke versterking mogelijk te maken en de coaches die zich willen inzetten tegemoet te komen.
“Wat onze sport kapot heeft gemaakt, is dat geld, bestemd voor sport, een andere bestemming krijgt en de sport er bekaaid van af komt”
Als Issa gevraagd wordt of bestaande ontwikkelingen en voorgenomen plannen door het SBA-bestuur getoetst zijn bij de leden wijst hij er op dat de associatie een workshop heeft georganiseerd. De deelnemers is voorgehouden dat begrotingstekort niet op zichzelf staat, maar dat er een capaciteitsprobleem aan ten grondslag ligt. Er zijn bij die gelegenheid door de bondsleiding adviezen gegeven, zoals het helpen zoeken naar sponsors, maar daarvan is nauwelijks of geen gebruikgemaakt.
In het belang van de basketbalsport gaat het bestuur in 2026 geen inschrijfgeld vragen. Daarmee komt volgens Issa de associatie tegemoet aan wat steeds ‘het geldprobleem’ wordt genoemd en zal blijken of inderdaad geld een struikelblok is. “Als dat adequaat kan worden aangetoond, dan moeten wij dealen met het hardnekkige vraagstuk van begrotingstekort”, vindt de SBA-voorzitter.
