“We moeten onze geschiedenis en zij die het voorwerk hebben gedaan niet vergeten. Wij als jongere verpleegkundigen moeten ons bewust zijn dat we staan op de schouders van mensen die in zeer moeilijke omstandigheden hun werk als verplegende hebben moeten uitvoeren”, vertelt Herman Jintie, van huis uit verpleegkundige en in het dagelijkse leven directeur van de Medische Zending. Jintie was samen met nog enkele tientallen ex-leerlingen van wijlen Willy Vinkwolk-Leeflang, de visionair en gewezen directeur van de Centrale Opleiding voor Verpleegkundigen en beoefenaren van Aanverwante Beroepen (Covab), thans het Elsje Finck Sanichar College Covab, vrijdag bij elkaar ter nagedachtenis van hun verplegings goeroe, die is opgenomen op de achtste Iconen kalender van Naks.
Tekst en beeld Tascha Aveloo
De Iconen kalender wordt sinds 2018 uitgegeven door Naks. Jaarlijks worden twaalf rolmodellen belicht die een positieve rol hebben gespeeld voor en in de Surinaamse samenleving. Jintie is blij dat men aandacht besteedt aan de persoon die zijn carrière, maar ook zijn persoonlijke ontwikkeling, een enorme boost heeft gegeven. “Men denkt dat de omstandigheden nu moeilijk zijn, maar de moeilijkheden van toen deden niet onder. Het zijn de verplegers van toen, die hebben gebouwd aan het ‘verpleegkundig huis’. Het kader is door hen gevormd en inhoud gegeven, waar wij nu deel aan hebben.”
“Als je leest over het werk dat bepaalde mensen hebben verricht, dan zie je ook hoe zij hebben geholpen om onze Surinaamse identiteit te helpen vormen”
Lydie Vermeer
Met deze aandacht aan Vinkwolk-Leeflang wordt een deel van haar nalatenschap zichtbaar. “Vroeger waren er alleen in-house opleidingsinstellingen in elk ziekenhuis. Na haar studie kwam ze direct terug en probeerde de autoriteiten ervan te overtuigen een centraal opleidingsinstituut op te zetten.”
Jintie legt uit dat dit nodig was om zo te komen tot een meer uniforme opleiding, licenties en curriculum volgens vastgestelde internationale standaarden en normen. Zij stelde ook het Covab-internaat in waardoor jonge meisjes en jongens die niet van de stad waren, ook de verpleegkundige opleiding konden volgen en intern konden blijven wonen. “Niet eenieder was gediend van deze veranderingen en ze heeft vreselijk veel weerstand gehad. Er waren mensen van de eerste groep, die werden weggepest bij de ziekenhuizen waar ze te werk werden gesteld. Men vond dat deze nieuwe verpleegsters ‘niet goed genoeg’ waren voor het werk.”
Vinkwolk-Leeflang bleef echter volharden. Ze had een speciaal oog voor studenten die bijzondere kwaliteiten hadden of die met problemen zaten. Ze moedigde Jintie aan om voorzitter te worden van de eerste Verplegersvereniging en coachte hem in leiderschapsprincipes. “En ze moedigde iedereen aan om verder te studeren. Ze stelde dat je niet bij het verplegen alleen hoefde te blijven, maar dat je je ook kon specialiseren.”
Jintie noemt Vinkwolk-Leeflang een hele strenge, zeer sterke vrouw, die ondanks alle uitdagingen haar vrouwtje kon staan. Een strenge vrouw, die zich ook moederlijk kon opwerpen voor haar ‘moeilijke’ studenten.
Passie
Ninon van Eer heeft ook alleen maar lovende woorden en prettige gedachten over wijlen Vinkwolk-Leeflang. “Het ging bij haar niet alleen om de studie, maar ook dat je het werk vanuit je hart deed en dat jij je ervan bewust moest zijn dat je een bijzonder beroep had en dat je daarin een bepaalde houding moest hebben. Ze liet ons geloven in onszelf.”
Dochter Chequita Vinkwolk kijkt vol trots naar de oud-studenten die staan bij de informatie over haar moeder. “Ze heeft zich enorm ingezet voor de ontwikkeling van de Surinaamse gezondheidszorg en om het beroep van verpleegkundige naar een hoger niveau te tillen. Het was haar passie. Het is dan fijn dat ze op deze manier wordt geëerd. Eigenlijk is het jammer dat deze mensen, deze pioniers, niet zijn vastgelegd in geschiedenisboeken. Want zij hebben zoveel zaden geplant van zoveel goeds. En nu kunnen jongeren deze expositie bezoeken en ook kennis nemen van deze hardwerkende idolen, waar mijn moeder ook één van is geweest.”
Volgens Chequita Vinkwolk was het essentieel voor haar moeder dat jongeren hun scholing serieus namen. “Ze was inderdaad streng, maar ook moederlijk en het feit dat haar ex-studenten dit hebben georganiseerd geeft aan hoe ze over haar denken.”
Andere iconen
Er zijn ook andere iconen die tentoongesteld staan, zoals de beroemde King of baithak gana, Kries Ramkhelawan, zanger, componist, muziekdocent en oprichter van de culturele groep Saathi. Naast zelf muziek maken – harmonium – schrijft hij haast al zijn muziek zelf, maar heeft in het verleden toneelstukken geschreven.
Ook theatermaakster, columnist en directeur van de stichting Projecta Sharda Ganga prijkt op de iconenlijst. Als maker van maatschappijkritisch theater heeft zij een heel scherpe pen die issues uit de Surinaamse maatschappij op haar bijzondere manier belicht in een column in de Ware Tijd.
Rein Rier, dirigent en oprichter van het Rein Rier Orkest, staat ook op de kalender. Rier is op Curaçao geboren, nadat zijn Surinaamse ouders er waren gaan wonen. Hij kwam in 2000 in Suriname wonen en was dertien jaar kapelmeester van de militaire kapel tot zijn pensionering in 2013.
“Het ging bij haar erom dat je het werk vanuit je hart deed en dat jij je ervan bewust moest zijn dat je een bijzonder beroep had”
Ninon van Eer
Een andere icoon is de Sranantongo dichtster, voordrachtskunstenaar en modeontwerpster van Afro-Surinaamse kleding Celestine Raalte.
De naam ‘Reppie’ Redmond zegt de jongere generatie wellicht niet heel veel, maar deze veelzijdige Surinamer was beroemd cabaretier, politieman en sporter in hart en nieren. Hij was oprichter van de cabaretgroepen ‘Swit Bonki’, ‘Mix Max’ en ‘The Four Seasons’ en actief bestuurslid van Naks.
Cineast en regisseur van Surinames eerste echte speelfilm ‘Wan Pipel’, wijlen Pim de la Parra, Mijensa Rensch, de eerste Surinaamse Fifa-assistent-scheidsrechter op het WK-vrouwenvoetbal staan ook op de kalender. “Ik moet zeggen dat om informatie te vinden van deze geweldige mensen, niet altijd even gemakkelijk is”, verzucht Naks-lid Corine Spoor. “Ik ga naar Covab en er was niets meer van Willy Vinkwolk-Leeflang terug te vinden. Weet u hoe lang het heeft geduurd voordat we een foto van mevrouw Willy hebben kunnen vinden waar ze recht voor zich uitkijkt.”
“Ik vind dat met zulke activiteiten, zulke exposities, de geschiedenis weer tot leven komt. En als je leest over het werk dat bepaalde mensen hebben verricht, dan zie je ook hoe zij hebben geholpen om onze Surinaamse identiteit te helpen vormen”, meent Lydie Vermeer, die even langsloopt bij de expositie. De kalender is te koop op het Naks-kantoor. Leerlingen en studenten worden aangemoedigd om een bezoek te brengen aan de expo.