4 December 2024
14:00SERIEUS!? / Ivan Cairo
Bij tijd en wijlen steekt het grensconflict tussen Guyana en Suriname de kop op. En meestal is het Suriname dat op acties van de Guyanese autoriteiten in de Tigri-driehoek reageert. Dat was eind vorige week ook het geval. Buitenlandse Zaken-minister Ramdin ontbood ambassadeur Depoo om te protesteren tegen acties en beheersdaden in het door Guyana betwiste gebied die buurman Irfaan Ali heeft aangekondigd.
President Ali wil het vliegveld daar uitbreiden en asfalteren en een school bouwen voor de inheemsen die er wonen. De aankondiging schoot Ramdin in het verkeerde keelgat en daarom liet hij de ambassadeur opdraven om een protestnota voor Georgetown in ontvangst te nemen. Volgens een bericht van CDS heeft de minister “tijdens het gesprek in duidelijke bewoordingen zijn bezorgdheid geuit over de openbare mededelingen en benadrukt dat het uitvoeren van handelingen op Surinaams grondgebied zonder toestemming van de Surinaamse regering onacceptabel is”.
“Ik neem aan dat ambassadeur Blankendal flink van zich zal hebben afgebeten en Surinames belang in ferme bewoordingen aan minister Todd duidelijk heeft gemaakt”
Ramdin stelt dat publieke uitspraken van Ali de “recent geïntensiveerde, vriendschappelijke en constructieve samenwerking tussen beide landen onnodig kunnen verstoren, terwijl de regeringsleiders juist een toekomstgerichte samenwerking voorstaan”. Ik stel me voor dat de ambassadeur daarna met knikkende knieën uit het ministerie is weggelopen. Zo bang was hij geworden van de strenge reprimande van de Buza-minister dat hij nog dezelfde dag de nota naar Georgetown heeft gestuurd.
Ramdins collega wilde zich niet onbetuigd laten en riep Surinames ambassadeur Liselle Blankendal maandag op het matje. Het Guyanese ministerie van Buza stelt in een verklaring aan de ambassadeur “het nationale beleidskader, dat betrekking heeft op het leveren van sociale diensten, waaronder onderwijs en gezondheidszorg en bestaande infrastructuur om humanitaire ondersteuning en andere noodhulpdiensten te faciliteren aan afgelegen gemeenschappen”. Dit gebeurt volgens de verklaring binnen wat minister Todd “het grondgebied van Guyana” noemt. Inclusief Tigri dus. Vervolgens werd over koetjes en kalfjes gesproken.
Ik neem aan dat ambassadeur Blankendal flink van zich zal hebben afgebeten en Surinames belang in ferme bewoordingen aan minister Todd duidelijk heeft gemaakt. Evenzo neem ik aan dat ze direct na het onderhoud headquarters in Paramaribo zal hebben ingelicht en hoe ze onze belangen heeft verdedigd. Althans, ik verwacht dat ze dat laatste heeft gedaan. Tot nu toe heb ik helaas geen persbericht van CDS gezien waarin de samenleving wordt geïnformeerd hoe onze ambassadeur op krachtige wijze is opgekomen voor het stukje Suriname langs de zuidwestgrens met Guyana. Het kan dat ik gewoon voorbarig ben en komt dat nog. We zullen kennelijk weer pas iets over Tigri vanuit de Henck Arronstraat horen na een oprisping uit Georgetown.