In een open brief aan president Chan Santokhi benadrukken de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede, de Stichting 8 December 1982, Vakcentrale C-47 en de gemachtigde nabestaanden van de 8 decembermoorden, dat straffeloosheid voor de veroordeelden in het Decemberstrafproces onaanvaardbaar is. Zij stellen dat het herstel van de rechtsstaat pas voltooid zal zijn wanneer alle veroordeelden daadwerkelijk gevangen zijn genomen.
Op 8 december 2024 zal het 42 jaar geleden zijn dat 16 Surinaamse mannen, allen voorvechters
voor de democratie en de rechtsstaat. door het toenmalig militair regiem in Suriname zijn
gemarteld en waarvan 15 koelbloedig zijn vermoord, staat in de open brief.
Na jaren van strijd door nabestaanden en maatschappelijke organisaties werd op 20 december 2023 een belangrijke overwinning behaald: het Hof van Justitie veroordeelde Desi Bouterse, destijds hoofdverdachte, en andere betrokkenen tot langdurige gevangenisstraffen. Deze uitspraak werd geprezen als een cruciale stap in de richting van gerechtigheid.
Desondanks wist Bouterse kort na de uitspraak te vluchten en blijft hij sindsdien voortvluchtig. Zijn ontsnapping, onder het publieke oog, heeft het vertrouwen in de rechtsstaat ernstig ondermijnd. Bovendien zorgde een controversieel bezoek van waarnemend president Ronnie Brunswijk aan drie van de veroordeelde daders in de strafinrichting Santo Boma voor brede verontwaardiging. Dit bezoek wordt gezien als een belediging voor de nabestaanden en een schending van het principe van gerechtigheid.
In de open brief roepen de ondertekenaars president Santokhi op om concrete stappen te ondernemen om de situatie recht te zetten. Zij stellen dat de volgende acties noodzakelijk zijn om het vertrouwen in de rechtsstaat te herstellen:
– Opsporing en gevangenneming van alle veroordeelden: inclusief Desi Bouterse, om te zorgen dat gerechtigheid zijn beloop krijgt.
– Eerherstel van de slachtoffers: een officiële erkenning en zuivering van de namen van de 16 mannen die onterecht beschuldigd werden.
– Schadevergoeding voor de nabestaanden: als morele en wettelijke verplichting van de Staat Suriname.
Uit gerechtelijke uitspraken blijkt onomstotelijk dat de daders, als leden van het Nationaal Leger, misbruik maakten van hun functie en staatsmiddelen om deze gruweldaden uit te voeren. Dit legt een zware verantwoordelijkheid bij de staat Suriname om recht te doen aan de slachtoffers en hun nabestaanden, schrijven de ondertekenaars.
De organisaties achter de brief benadrukken dat nalatigheid op dit gebied niet alleen de rechtsstaat verder ondermijnt, maar ook het Surinaamse volk belast met een blijvende last van onrecht.
Volgens de ondertekenaars is de strijd voor gerechtigheid niet voltooid zolang de voortvluchtige daders niet worden opgespoord en bestraft. Het herstel van de rechtsstaat vergt daadkracht en toewijding van de regering. Het is tijd om deze pijnlijke bladzijde uit de geschiedenis te sluiten en een solide fundament te leggen voor een rechtvaardige toekomst.