30 November 2024
08:04Tekst en beeld Sharon Singh
PARAMARIBO — Suriname heeft veel baat gehad bij het samenwerkingsprogramma ‘Makandra Project’ met Nederland. Projectofficier Jody Overbeek is tevreden over het verloop van het tweejarige project dat deze week werd afgesloten. In de afgelopen twee jaar zijn twaalf delegaties naar Suriname geweest om Surinaamse militairen muzikaal te trainen en zaken te regelen die daarmee verband houden. Overbeek hoopt dat het programma een vervolg kan krijgen.
Ter afsluiting van het project is een militaire fanfare ‘Bereden Wapens’ van 24 man naar Suriname gekomen. “Dat hebben we als een cadeau aan de Surinaamse maatschappij gegeven als dank dat we hier mochten zijn de afgelopen twee jaar”, verklaart Overbeek tegenover de Ware Tijd. Een hoogtepunt van dit bezoek was de schenking van muziekinstrumenten ter waarde van achttienduizend euro aan de Militaire Kapel van het Nationaal Leger op 19 november.
“Je gaat op zoek gaat naar de verbinding: je wil je publiek niet alleen geven wat het al kent, maar ook muziek die ietwat onbekend is”
Dirigent dirigent Jos Zegers
Ervaringen
De fanfare trad in verschillende buurtcentra op, waarbij de voorkeur ging naar locaties met een sociaal-maatschappelijk karakter, zoals Fatima Oord, Blindencentrum, buurthuis Stiwewa, stichting Wi Oso en Kibii Mi van Marcel Pinas in Moengo. “Emotie was de rode draad bij die optredens. Muziek is emotie en maakt veel los. Mensen die weinig hebben, in armoede leven … wanneer ze achter een drumstel kunnen zitten en als ze spelen moet je zien hoe ze daarvan opleven.” Van Overbeek zegt dat hij heel veel meeneemt naar Nederland en noemt onder meer het lekkere eten, de vriendelijkheid van de mensen en de ritmes uit de Surinaamse cultuur.
Voor dirigent Jos Zegers was het de eerste keer in Suriname. Hij raakt er niet over uitgesproken. “Onvergetelijk! Iedereen is vol liefde. Van de hartelijkheid waarmee je wordt ontvangen, zouden wij in Nederland kunnen leren. Je kunt zo een bezoek niet vergelijken met een vakantie”, zegt hij. “Je treedt veel meer in contact met mensen en dat is het mooie van muziek maken en spelen. Als je het in een vreemd land doet dan is muziek de verbindende factor.”
(lees verder onder de foto)
De voorbereidingen naar de concerten toe is goed overwogen. “Je wil niet alleen je eigen dingen doen. We zijn wel een Nederlands orkest, maar spelen ook Spaanse muziek en muziek uit de Balkan.”
Volgens de dirigent slaat veel muziek in Suriname aan. Zijn verklaring daarvoor: “Muziek is een universele taal, ook als mensen het niet direct kennen kan het voor hen toch een emotioneel effect hebben. Je moet een balans vinden. Dat maakt het programmeren van muziek spannend. Je gaat op zoek gaat naar de verbinding: je wil je publiek niet alleen geven wat het al kent, maar ook muziek die ietwat onbekend is.” Dit jaar was het voor het eerst dat een Nederlands militair orkest meeliep met de parade op het Onafhankelijkheidsplein ter gelegenheid van Srefidensi.
Het Bastion
De optredens concentreerden zich niet alleen in Paramaribo. De fanfare was ook bij ‘Het Bastion’ in Commewijne. Dat was een heel ander publiek, dat evenveel heeft genoten. Het optreden was anders dan bijvoorbeeld tijdens het Srefidensi-concert in de Congreshal. Dat repertoire was strakker en bestond voornamelijk uit stukken uit Europa.
Bij ‘Het Bastion’ was het orkest losser. Dat ontlokte reacties van het publiek zoals ‘Geweldige sfeer’ en ‘mooie muziek’. Het concert eindigde met een Nederlandse medley met bekende nummers, waaronder ‘Het is een nacht’ van Guus Meeuwis & Vagant. Na een daverend applaus voor het optreden vroeg het publiek naar meer.
De fanfare heeft laten zien, maar vooral laten horen, dat ze ook wat heeft geleerd van de Surinaamse genres. Zij speelde met de Militaire Kapel, de Politie Kapel en de Volksmuziekschool. En die kennis werd gepresenteerd aan de bezoekers van ‘Het Bastion’: een potpourri van het bekende kasekonummer ‘Weti fisi’ en ‘Tuintje in mijn hart’.
(lees verder onder de foto)
‘Het Bastion’ is een hotspot in Commewijne als het gaat om entertainment. “De Srefidensi-viering was het laatste feest voor dit jaar. Er komen nog wel kerstdiners en gebruikelijke activiteiten in restaurant ‘Tamarinde’”, vertelt Ronnie de Klein van het managementteam.
Het etablissement klimt weer uit het dal na de Covid-19-periode. Een bijkomend probleem is wel dat er moeilijk personeel te vinden is. Er zijn faciliteiten in het centrum voor bijvoorbeeld privéfeesten, maar ook huwelijken, vergaderingen of conferenties.
Het is de bedoeling ‘Het Bastion’ te laten herleven. De bezoekers van de Srefidensi-activiteiten hebben een beetje van de sfeer van toen kunnen ‘proeven’. Tot hen behoorden zo een driehonderd motorrijders van Suriname en uit het buitenland.