PARAMARIBO — In gesprek met de Communicatiedienst Suriname (CDS) heeft minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (Bibis) het buitenlandbeleid waar hij voor verantwoordelijk is lof toegezwaaid. “Ons internationaal profiel is ten goede veranderd”, meent de bewindsman. “We zijn aanwezig en dat is ook wat een land moet doen. Je moet je visie uitdragen en elk podium dat er is daarvoor gebruiken, omdat het ook in het belang is van het land.”
Ramdin sprak de CDS in verband met de ontmoeting die de Surinaamse VN-ambassadeur Sunil Sitaldin woensdag had met president Chandrikapersad Santokhi. Volgens de minister werd er daarbij specifiek gekeken naar mondiale trends, knelpunten en welke standpunten Suriname moet innemen. “We zijn niet een land dat invloed heeft op de besluitvorming, maar van ons wordt wel verwacht dat we een standpunt hebben dat we van tijd tot tijd gaan etaleren en uitdragen.”
“Onze internationale samenwerking heeft degelijk invloed op de economische ontwikkeling van het land”
De Bibis-minister stelde dat de internationale aanwezigheid van Suriname is toegenomen. Volgens hem leidt deze actieve aanwezigheid tot meer interesse in het land. “Landen zijn veel meer bereid om investeringen te plegen en ondersteuning te geven”, aldus Ramdin, die benadrukt dat niet alle internationale samenwerkingen om politiek draaien.
Hij onthulde dat er begin december een presentatie over ananasteelt zal plaatsvinden, waarbij lokale boeren zullen worden betrokken. Het gaat om het verwerken van de vrucht tot pulp voor export. Er zal werkgelegenheid worden gecreëerd, aldus Ramdin. “Onze internationale samenwerking heeft degelijk invloed op de economische ontwikkeling van het land. Dat is onderdeel van het werk dat we in de afgelopen vier jaar hebben gedaan om Suriname niet alleen op de kaart te plaatsen met een goed imago, maar ons ook open te stellen voor investeerders.”
Tijdens het overleg tussen Santokhi en Sitaldin op het kabinet van de president zijn onder meer de conflicten in Oost-Europa en het Midden-Oosten besproken. Stil werd gestaan bij de humanitaire bijstand aan de Gazastrook, het herstel van medische voorzieningen en de tweestatenoplossing. Ook de Caricom-positie werd besproken.