IDB-vertegenwoordiger na ondertekening leningsovereenkomsten: ‘Focus nu op succesvolle uitvoering’

PARAMARIBO — Door de twee leningsovereenkomsten die minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (OWC) en Adriana La Valley van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) hebben getekend is uitvoering van het Paramaribo Urban Rehabilitation Program II (Purp II) en het project Skills for Growth: Improving Education Opportunities and Competitiveness gegarandeerd. “Er is veel werk verzet om deze overeenkomsten tot stand te brengen. Nu ligt de focus op een succesvolle uitvoering”, zei La Valley. De IDB-functionaris benadrukte het belang van de projecten voor de vooruitgang van Suriname.

Voor Purp II is een lening van dertig miljoen US dollar gesloten, terwijl de Europese Unie drie miljoen US dollar heeft geschonken om het project verder te ondersteunen. Het programma richt zich op het herstel van de historische binnenstad van Paramaribo, die op de Werelderfgoedlijst van de Unesco staat. Het doel is om zowel het culturele erfgoed als de omliggende stedelijke omgeving te revitaliseren en het beheer ervan te versterken voor een duurzame toekomst. Ori onthulde dat binnen dit project ook geld is gereserveerd voor de bouw van het Surinaams Nationaal Museum.

Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning, facilitator van de leningsovereenkomsten tussen de IDB en OWC, maakte duidelijk dat Purp II niet alleen is gericht op het restaureren van gebouwen, maar ook op het verbeteren van de leefomgeving en het duurzaam beheer van de historische binnenstad. “We moeten ervoor zorgen dat de binnenstad nooit meer in verval raakt. Het is belangrijk dat toekomstige generaties hiervan kunnen genieten”, zei hij.

Technisch en beroepsonderwijs

Het project Skills for Growth: Improving Education Opportunities and Competitiveness is gericht op het ontwikkelen van vaardigheden die bijdragen aan economische groei. Het legt de nadruk op het verbeteren van Engelse taalvaardigheid, digitale vaardigheden en arbeidsmarktgerichte onderwijsprogramma’s binnen het technisch en beroepsonderwijs (TVET). De specifieke doelen zijn onder meer het versterken van de kwaliteit van Engels onderwijs, het verhogen van de ICT-bereidheid van het onderwijssysteem en het ontwikkelen van TVET-programma’s die beter aansluiten op de behoeften van de arbeidsmarkt.

Ori haalde aan dat de opkomst van de olie- en gasindustrie vereist dat de samenleving, met name jongeren, goed wordt voorbereid. Volgens hem moet Engels als tweede taal al vanaf de basisschool worden gestimuleerd en moet technisch onderwijs beter aansluiten op de behoeften van het bedrijfsleven.

Raghoebarsing stelde dat er meer waardering nodig is voor vakmensen en dat de ontwikkeling van TVET-programma’s en ICT in het onderwijs hierbij kunnen helpen. Hij benadrukte ook het belang van investeren in de kennis en vaardigheden van leraren om het onderwijsproces te verbeteren. De bewindsman verklaarde dat met eerdere investeringen in het onderwijs, zoals het landelijke scholenrenovatieprogramma, het Fonds Tegemoetkoming Studenten (FTS) en de renovatie van de Anton de Kom Universiteit, “tot nu toe slechts een derde van het beschikbare budget is benut”.