‘Onze toekomst ziet er veelbelovend uit’

PARAMARIBO — In zijn toespraak ter gelegenheid van 49 jaar Srefidensi heeft president Chandrikapersad Santokhi de vooruitgang benadrukt die Suriname heeft geboekt op economisch en sociaal gebied. Volgens het staatshoofd zijn er belangrijke stappen gezet om de financiële stabiliteit van het land te herstellen.

Gegevens van internationale organisaties zoals het IMF, de Wereldbank, IDB, het Surinaams Economisch Onderzoeksbureau (SEOB) en buitenlandse ratingbureaus bevestigen dat Suriname op de goede weg is. De president wees op de succesfactoren die hebben bijgedragen aan het herstel.

“We hebben belangrijke hervormingen doorgevoerd die ons op de weg naar herstel hebben gebracht”, stelde het staatshoofd. De inspanningen van de regering hebben volgens hem geleid tot een verbeterde economische situatie, met een groeiende werkgelegenheid en een stabielere munt.

Investeringen

Ondanks de financiële uitdagingen, waaronder de hoge rentelasten en schuldenaflossingen, zijn er aanzienlijke investeringen gedaan in het onderwijs om de jeugd betere kansen te bieden. Scholen worden gerenoveerd, leraren ondersteund en nieuwe leermiddelen geïntroduceerd.

Ook de infrastructuur heeft een opknapbeurt gekregen. “Wegen zijn gerepareerd, bruggen zijn gebouwd”, zei de regeringsleider. Hij gaf aan dat deze verbeteringen niet alleen bijdragen aan een betere levenskwaliteit voor burgers, maar maken het land ook aantrekkelijker voor investeerders.

Olie-inkomsten

“De toekomst van Suriname oogt veelbelovend, mede dankzij het positieve besluit van TotalEnergies om de gevonden olie daadwerkelijk te exploiteren. Die positieve impact moeten we nu vertalen naar kansen voor onze eigen mensen.

Het openen van nieuwe mogelijkheden voor ondernemers en jongeren, ondersteund door de juiste opleidingen en trainingen, zal bijdragen aan de bloei van het land”, aldus president Santokhi. De verwachte olie-inkomsten zullen bovendien de begrotingsruimte vergroten. Dit biedt kansen om de economie verder te diversifiëren en te versterken.

De president kondigde aan dat een aanzienlijk deel van de inkomsten zal worden ondergebracht in het Nationale Spaar- en Stabilisatiefonds. Dit fonds zal dienen voor investeringen in onderwijs, gezondheidszorg en welzijn.

Het staatshoofd benadrukte dat er verstandig zal worden omgegaan met de inkomsten. “We gaan dat doen zodat er duurzame resultaten uit voortkomen. Een deel van de inkomsten zal worden gespaard voor toekomstige generaties, waarbij alleen de rente van investeringen wordt gebruikt om de leefbaarheid te verbeteren.”

750 US dollar

Santokhi heeft tijdens de receptie ook aangekondigd dat elke Surinamer een aandeel van 750 US dollar in de toekomstige olieroyalty’s zal ontvangen. Dit aandeel wordt gekoppeld aan een rente van 7 procent.

Het besluit komt voort uit de positieve impact van het finale investeringsbesluit van TotalEnergies. “Die positieve impact moeten we nu vertalen naar kansen voor onze eigen mensen. Daar liggen kansen voor onze ondernemers, onze jeugd om met de juiste opleiding en trainingen de toekomst van Suriname goed in te vullen”, aldus de regeringsleider op de Onafhankelijkheidsdag.

Dit initiatief sluit aan bij artikel 41 van de Grondwet dat stelt dat “natuurlijke hulpbronnen eigendom zijn van de natie en gebruikt zullen worden ter bevordering van de economische, sociale en culturele ontwikkeling”. Daarnaast verplicht artikel 6d de staat om te streven naar een rechtvaardige verdeling van het nationaal inkomen, met als doel het welzijn en de welvaart eerlijk te verdelen onder alle lagen van de bevolking.

Feedback uit de samenleving

Het staatshoofd lichtte toe dat het besluit mede is genomen na feedback uit de samenleving. “Na de aankondiging van het eerste investeringsbesluit voor Blok 58 heb ik veel verzoeken ontvangen om die vereisten van de Grondwet beter ten uitvoer te leggen. En sommige groepen, met name gepensioneerden, hebben mij laten weten dat zij, in tegenstelling tot jongere generaties, niet zullen profiteren van de positieve gevolgen van olie in het land.”

Op basis van deze signalen gaf de president opdracht aan financiële deskundigen om een passend instrument te ontwikkelen. “Met deze verzoeken in het achterhoofd heb ik financiële deskundigen de opdracht gegeven mij een financieel instrument voor te stellen, dat de bevolking van Suriname een aandeel biedt in onze natuurlijke hulpbronnen.”