Na een tumultueuze voorbereiding heeft Suriname op 25 november 1975 zijn staatsrechtelijke onafhankelijkheid verworven, waarbij het land sindsdien werkt aan het realiseren van politieke en economische onafhankelijkheid. “Het is een periode van vallen en opstaan geworden, van opbouwen en afrekenen en vandaag staan we weer voor een unieke kans om een solide en duurzame toekomst als natie te realiseren”, zei president Chan Santokhi zondag tijdens een regeringslunch in het Perscentrum.
Als speciale gast was de minister-president van Curaçao, Gilmar Pisas aanwezig. Hij vertoeft momenteel in Suriname in verband met de viering van de onafhankelijkheidsdag. Ook waren onder anderen aanwezig vicepresident Ronnie Brunswijk, leden van de Raad van Ministers en parlementariërs, meldt de Communicatiedienst Suriname.

President in gesprek met vicepresident Ronnie Brunswijk en de premier van Curaçao, Gilmar Pisas.
Het staatshoofd onderstreepte dat het bezoek van de minister-president van Curaçao van historische waarde is. En hij gaf aan dat de relatie tussen Suriname en Curaçao over de afgelopen jaren sterk verbeterd en geïntensiveerd zijn. De regeringsleider beklemtoonde dat Suriname vandaag nog de consequenties van de misplaatste staatsgreep in 1980 in zijn politieke en maatschappelijke geschiedenis ondervindt. Deze zwarte periode heeft het realiseren van een solide, economische basis in de weg gestaan. Maar het verkrijgen van economische onafhankelijkheid is ook niet eenvoudig, omdat Suriname onderdeel is van een mondiale economie en het land de effecten daarvan ook ondervindt.
