Een delegatie onder leiding van de Nationale Unesco Commissie Suriname heeft, op uitnodiging van het Unesco Transcultura Programma, deelgenomen aan het World Tourism Event (WTE), dat plaatsvond van 12 tot en met 14 september 2024 in Genua, Italië. Tijdens dit evenement, dat gewijd is aan de promotie van werelderfgoedlocaties onder internationale touroperators, richtte de Surinaamse deelname zich op het promoten van drie Unesco Werelderfgoedsites: het Centraal Suriname Natuurreservaat (CSNR), de Jodensavanne archeologische site, en de historische binnenstad van Paramaribo.

De Caribische stand trok veel bezoekers met haar unieke erfgoed, natuur en diverse cultuur. Tijdens de presentatie “The Caribbean: a unique cultural and creative experience” werd benadrukt dat duurzame toeristische ontwikkeling nauw betrokken moet zijn met lokale gemeenschappen. De Caribbean Tourism Organization (CTO) kaartte zorgen aan over de bedreigingen voor lokale tradities, met name door globalisering en de voorkeur van jongeren voor moderne trends.

Daarnaast waarschuwde de CTO voor de gevaren van massatoerisme, dat kan leiden tot de commercialisering en het verlies van culturele identiteit, evenals het verdwijnen van inheemse kennis en praktijken. De CTO stelde een aantal oplossingen voor, waaronder de oprichting van culturele hubs en de opname van cultuuronderwijs in het schoolsysteem. Ook werd aanbevolen om inheemse kennis en erfgoed digitaal vast te leggen voor toekomstige generaties.

Met de deelname aan het WTE 2024 heeft Suriname belangrijke stappen gezet om haar rijke culturele en natuurlijke erfgoed internationaal te promoten en nieuwe samenwerkingsverbanden te creëren. Dit draagt bij aan een bredere bewustwording van het behoud van Surinaamse cultuur en erfgoed, zowel lokaal als wereldwijd.

De delegatie bestond uit Vidya Narain, secretaris-generaal van de Unesco Commissie Suriname, Vincent Esajas, Chief Protected Area Manager van het CSNR, en Rabin Boeddha, directeur Toerisme van het Ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme. De reis- en verblijfkosten van de delegatie werden gefinancierd door Unesco, terwijl promotiemateriaal werd verzorgd door de sitemanagementautoriteiten en bekostigd door verschillende overheidsinstanties, waaronder het directoraat Toerisme van het ministerie van TCT en de stichting Jodensavanne.