Grondwet, natuurlijke rijkdommen en politici

Shoeket logo

Bron: De Ware Tijd

12 September 2024 05:55

Voor mij lezen

Tekst Kenneth Sukul

Beeld Silvano Mello

Dat ondanks de bauxietsector gedurende honderd jaar exploitatie Suriname niet tot ontwikkeling is gebracht, kan worden toegeschreven aan het feit dat de overeenkomsten werden gemaakt met Alcoa tijdens de koloniale tijd. Nederland was toen afhankelijk van de financiële hulp (Marshallhulp) van de Verenigde Staten en was de politiek waarschijnlijk daardoor niet in de positie Suriname te helpen om in joint venture met Alcoa de geïntegreerde aluminiumindustrie op te zetten.

“Geen enkel assemblee lid of regering en zelfs de “nieuwe” politici voelt zich geroepen om onderzoek te doen naar de waarheid”

Suriname had in die honderd jaar genoeg ervaring opgedaan om te weten hoe het anders moet. taatsolie is nog steeds het voorbeeld hoe het anders kan en de Hakrinbank, met 51 procent aandelen voor de staat en 49 procent voor particulieren de kroon. En toch blijkt door de handelingen van opeenvolgende regeringen (politici) dat Suriname nog steeds een kolonie is.

De goudsector

Al in 1986 was Grassalco begonnen met de goudproductie in het Gross Rosebel-gebied, maar moest vanwege de Binnenlandse Oorlog haar activiteiten stil leggen. Na 1992 werd in de concessie van Grassalco, aan het buitenlandse bedrijf ‘Golden Star’ exploratierecht geven. In 1994 kocht de Canadese Cambior 50 procent van de rechten van Golden Star en in 2002 de rest.

In de overeenkomst die Cambior met Suriname sloot, is bij staatsbesluit van 27 december 2002 no 115, het volgende vastgelegd: Grassalco, eigenaar van de concessie, zal afzien van de 20 procent aandelen van de inmiddels opgerichte werkmaatschappij, Rosebel Gold Mines NV door Cambior.

Die aandelen zou Grassalco “krijgen” door vooruitbetaling van toekomstige royalty’s aan Grassalco door Cambior. De staat zou bij de aanvang van de productie 50 A-aandelen ontvangen van Cambior, zijnde 5 procent van de totale aandelen en 2000.000 B-aandelen.

De staat zou verder inkomstenbelasting ontvangen die niet boven 45 procent mocht komen. Grassalco ontving 2.500.000 US dollar van Cambior om afstand te doen van de concessie. Tot heden hebben opeenvolgende regeringen de samenleving niet geïnformeerd wat zij met de B-aandelen hebben gedaan.

Nalatigheid politici

De afgelopen 21 jaar is veel geschreven over het slechte beleid in de goudsector en naar corruptie riekende overeenkomsten met de grote goudbedrijven. Geen enkel assembleelid of regering en zelfs de ‘nieuwe’ politici voelt zich geroepen om onderzoek te doen naar de waarheid.

De enige reactie op de laatste beschuldiging van fraude door de regeringen vanaf 2002 kwam van Gregory Rusland, de ex-minister van Natuurlijke Hulpbronnen. Echter, zijn verhaal strookte niet met de waarheid.

Rusland verklaarde dat hij geen kennis droeg van het bestaan van B-aandelen van Rosebel Gold Mines en dat volgens wijlen minister Humphrey Hildenberg Suriname had afgezien van aandelen in Cambior, omdat het land het financieel niet kon opbrengen. Cambior is in 2006 tijdens het ministerschap van Rusland overgenomen door Iamgold en als minister, verantwoordelijk voor de eigendommen van de samenleving, hoorde hij de overeenkomst tussen de staat en Cambior te kennen.

Dit gehalte van zijn verantwoordelijkheid kwam vooral tot uiting in 2009 toen hij een goudconcessie in het Brownsberg-reservaat uitgaf. Op de vraag van journalisten hoe hij dat kon doen, verklaarde de minister dat hij de beschikking niet had gelezen vóór het tekenen daarvan. Van de verplichting tot intrekking van de concessie heeft Rusland toen ook niets geweten.

Volgens interne stukken van Cambior blijkt dat zij 85 miljoen US dollar heeft geïnvesteerd in Rosebel Gold Mines. In het rapport van de artikel 4 IMF-commissie van 2002 staat dat volgens de regering Venetiaan Cambior van plan was honderd miljoen US dollar in het bedrijf te investeren. In het rapport van 2004 staat dat de investering 175 miljoen US dollar was.

Wat nergens staat is wat de waarde was van de kapitaalgoederen die Cambior uit Guyana naar Gross Rosebel mocht halen. In dat jaar had volgens de regering Cambior ruim achtduizend kilogram goud geproduceerd. Dat de productie hoger was, valt niet te betwijfelen. Omdat het dividend van de B-aandelen alleen mag worden uitbetaald als dat deel van de opbrengsten ook buiten beeld blijft. Suriname heeft daardoor minder winstbelastingen en royalty’s ontvangen.

Grassalco (lees Suriname) heeft door het verbod om de aandelen te ontvangen, in de afgelopen 21 jaar minimaal 33.000 kilogram goud verloren. In geld uitgedrukt is dat minimaal één miljard US dollar. Daarnaast heeft de overheid, door het niet laten controleren van de boeken door een onafhankelijke registeraccountant, aan zowel Cambior als Iamgold de mogelijkheid geboden om de kostprijs ‘op te blazen’ waardoor Suriname minder winstbelasting heeft kunnen innen.

“Als Suriname niet in staat zou zijn om zijn rijkdommen zelf om te zetten in geld, zou mogen worden verwacht dat tenminste de waarde daarvan wordt vastgesteld op het moment dat die in productie wordt gebracht”

Newmont

Terwijl de vertegenwoordiger van Newmont, Adriaan Kersen, op 23 november 2013, de dag van de ondertekening van de overeenkomst met de minister van Natuurlijke Hulpbronnen, Jim Hok, bekendmaakte dat Newmont 270 miljoen US dollar zou investeren in het bedrijf, betaalde Staatsolie driehonderd miljoen US dollar voor 25 procent van de aandelen. Met de investering van 175 miljoen US dollar, dat is 200 procent hoger dan Cambior zelf aangeeft, had deze maatschappij volgens de regering Venetiaan in 2004 een jaarproductie van achtduizend kilogram gehaald.

Newmont kan naar verhouding, met een betere ertskwaliteit en een jaarproductie van twaalfduizend kilogram dus niet meer dan 262 miljoen US dollar in de Merian-mijn hebben geïnvesteerd. En dat is ongeveer het bedrag dat Adriaan Kersen in november 2013 bekendmaakte.

In een officiële publicatie op 3 oktober 2016 meldde Newmont dat zij 150 miljoen US dollar, ofwel 20 procent, had bespaard bij de initiële investering. Dat betekent dat de investering uiteindelijk zeshonderd miljoen US dollar werd. Terwijl de regering Bouterse aan de IMF artikel 4-commissie in 2014 een investeringsbedrag van 1,2 miljard (100 procent meer) voorhield.

In het jaarverslag van 2016 van de Centrale Bank van Suriname staat dat Newmont “tussen” 750 en 825 miljoen US dollar in Merian had geïnvesteerd. En dat in een verslag dat was goedgekeurd door een externe accountant. In het jaarverslag van 2020 van Newmont staat dat “de Merian-mijn en de raffinaderij” een waarde hebben van 1,1 miljard US dollar.

Newmont begon tegen 2005 met Suriname te onderhandelen. Op dat moment was de gemiddelde wereldmarktprijs ver onder de vijfhonderd US dollar per troy ounce. Haar haalbaarheidstudie zal dus ook een kostprijs ver beneden vijfhonderd US dollar hebben gerekend. Terwijl volgens een berekening uit het jaarverslag van Newmont en Staatsolie van 2020 dat 590 US dollar per troy ounce is. Hoe kunnen de kosten met ruim 100 procent zijn gestegen?

Artikel 41 en de regeringen

Als Suriname niet in staat zou zijn om zijn rijkdommen zelf om te zetten in geld, zou mogen worden verwacht dat tenminste de waarde daarvan wordt vastgesteld op het moment dat die in productie worden gebracht. Met degene die wordt aangetrokken om die waarde uit de grond te halen, kan dan een redelijke en billijke vergoeding worden afgesproken.

Zo heeft Apache, na vaststelling van de olievoorraden in blok 58 en goedkeuring van Staatsolie (lees Suriname) met TotalEnergies, afgesproken dat deze maatschappij aan Apache betaalt 50 procent van alle onderzoekskosten, een bonus van honderd miljoen US dollar, voor elke geproduceerde vat olie twee US dollar (totaal 1,4 miljard US dollar) en het investeringsdeel van Apache (4,5 miljard US dollar) voorfinanciert. Hoe kan de voorraad olie in blok 58 voor Apache 1,4 miljard US dollar waard zijn en voor Staatsolie nul US dollar?

Hoe kan Apache met de eigendom van Suriname dit wel voor zichzelf regelen en Staatsolie niet? Waarom verbood de regering Venetiaan Grassalco dat toen in uitvoering te brengen? Waarom kon Staatsolie niet minimaal het Grassalco-model met de multinationals in olie en gas afspreken?

Daar De Nationale Assemblee haar wettelijke taak niet uitvoert, zij die invloed hebben op het overheidsbeleid ook zwijgen en het beleid zelf aanprijzen, is het de vraag of de onafhankelijke rechter niet moet worden gevraagd om te toetsen of de overeenkomsten niet in strijd zijn met artikel 41 van de Grondwet. En de regering te gelasten om een onafhankelijke accountant de boeken van de goudbedrijven alsnog te laten controleren. Of moet artikel 41 van de Grondwet maar geschrapt worden?

Bekijkt origineel bericht ⇒

Meer actueel